Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/alemán ->Buscar: verschaffen

Resultados de verschaffen en neerlandés y alemán

Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. verschaffen:
  2. Wiktionary:
Alemán a neerlandés:   más información...
  1. verschaffen:
  2. Wiktionary:

Neerlandés

Traducciones detalladas de verschaffen de neerlandés a alemán

verschaffen:

verschaffen verbo (verschaf, verschaft, verschafte, verschaften, verschaft)

  1. verschaffen (verstrekken)
    verschaffen; zur Verfügung stellen; schaffen; bereitstellen; geben
    • verschaffen verbo (verschaffe, verschaffst, verschafft, verschaffte, verschafftet, verschafft)
    • schaffen verbo (schaffe, schaffst, schafft, schuff, schufft, geschaffen)
    • bereitstellen verbo (stelle bereit, stellst bereit, stellt bereit, stellte bereit, stelltet bereit, bereitgestellt)
    • geben verbo (gebe, gibst, gibt, gab, gabt, gegeben)

Conjugaciones de verschaffen:

o.t.t.
  1. verschaf
  2. verschaft
  3. verschaft
  4. verschaffen
  5. verschaffen
  6. verschaffen
o.v.t.
  1. verschafte
  2. verschafte
  3. verschafte
  4. verschaften
  5. verschaften
  6. verschaften
v.t.t.
  1. heb verschaft
  2. hebt verschaft
  3. heeft verschaft
  4. hebben verschaft
  5. hebben verschaft
  6. hebben verschaft
v.v.t.
  1. had verschaft
  2. had verschaft
  3. had verschaft
  4. hadden verschaft
  5. hadden verschaft
  6. hadden verschaft
o.t.t.t.
  1. zal verschaffen
  2. zult verschaffen
  3. zal verschaffen
  4. zullen verschaffen
  5. zullen verschaffen
  6. zullen verschaffen
o.v.t.t.
  1. zou verschaffen
  2. zou verschaffen
  3. zou verschaffen
  4. zouden verschaffen
  5. zouden verschaffen
  6. zouden verschaffen
diversen
  1. verschaf!
  2. verschaft!
  5. verschaft
  6. verschaffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verschaffen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
zur Verfügung stellen t.b.r.; t.b.s.
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bereitstellen verschaffen; verstrekken alvast neerzetten; beschikbaar stellen; distribueren; faseren; gebruiken; inrichten; klaar leggen; klaarleggen; klaarzetten; posten; ronddelen; ter beschikking stellen; uitreiken; uitspreiden; verdelen; voorbereiden; voorbereiding treffen
geben verschaffen; verstrekken binnen gieten; cadeau doen; cadeau geven; distribueren; doneren; geven; gunnen; gunst verlenen; iemand iets toedienen; ingeven; ronddelen; schenken; uitreiken; verdelen; vergeven; verstrekken; voorbinden; voordoen; weggeven; wegschenken
schaffen verschaffen; verstrekken aan verwachtingen beantwoorden; aan verwachtingen voldoen; bedingen; bewerkstelligen; bolwerken; distribueren; doen; exploiteren; fiksen; fixen; flikken; functioneren; handelen; in het leven roepen; klaarspelen; lappen; lenen; maken; ontlenen; realiseren; ronddelen; rooien; scheppen; tot stand brengen; uitbuiten; uitreiken; uitrichten; uitvoeren; verdelen; verrichten; verwerkelijken; verwezenlijken; voor elkaar krijgen
verschaffen verschaffen; verstrekken distribueren; ronddelen; ter beschikking stellen; uitreiken; verdelen; verstrekken; zich iets verschaffen
zur Verfügung stellen verschaffen; verstrekken beschikbaar maken

Wiktionary: verschaffen

verschaffen
verb
  1. benodigdheden beschikbaar maken
Cross Translation:
FromToVia
• verschaffen → vermitteln; hervorrufen; antun; bewirken; veranlassen; verursachen; zufügen; bereiten; anschaffen; beschaffen; besorgen; verschaffen ↔ procurer — faire obtenir à une personne quelque avantage par son crédit, par ses soins.

Traducciones automáticas externas:

Traducciones relacionadas de verschaffen



Alemán

Traducciones detalladas de verschaffen de alemán a neerlandés

verschaffen:

verschaffen verbo (verschaffe, verschaffst, verschafft, verschaffte, verschafftet, verschafft)

  1. verschaffen (zur Verfügung stellen; schaffen; bereitstellen; geben)
    verstrekken; verschaffen
    • verstrekken verbo (verstrek, verstrekt, verstrekte, verstrekten, verstrekt)
    • verschaffen verbo (verschaf, verschaft, verschafte, verschaften, verschaft)
  2. verschaffen (ausgeben)
    verstrekken
    • verstrekken verbo (verstrek, verstrekt, verstrekte, verstrekten, verstrekt)
  3. verschaffen (distribuieren; verteilen; überreichen; )
    distribueren; verdelen; uitreiken; ronddelen
    • distribueren verbo (distribueer, distribueert, distribueerde, distribueerden, gedistribueerd)
    • verdelen verbo (verdeel, verdeelt, verdeelde, verdeelden, verdeeld)
    • uitreiken verbo (reik uit, reikt uit, reikte uit, reikten uit, uitgereikt)
    • ronddelen verbo (deel rond, deelt rond, deelde rond, deelden rond, rondgedeeld)
  4. verschaffen (bereitstellen; vermitteln; Übergeben)
    ter beschikking stellen
    • ter beschikking stellen verbo (stel ter beschikking, stelt ter beschikking, stelde ter beschikking, stelden ter beschikking, ter beschikking gesteld)
  5. verschaffen (besorgen)
    zich iets verschaffen

Conjugaciones de verschaffen:

Präsens
  1. verschaffe
  2. verschaffst
  3. verschafft
  4. verschaffen
  5. verschafft
  6. verschaffen
Imperfekt
  1. verschaffte
  2. verschafftest
  3. verschaffte
  4. verschafften
  5. verschafftet
  6. verschafften
Perfekt
  1. habe verschafft
  2. hast verschafft
  3. hat verschafft
  4. haben verschafft
  5. habt verschafft
  6. haben verschafft
1. Konjunktiv [1]
  1. verschaffe
  2. verschaffest
  3. verschaffe
  4. verschaffen
  5. verschaffet
  6. verschaffen
2. Konjunktiv
  1. verschaffte
  2. verschafftest
  3. verschaffte
  4. verschafften
  5. verschafftet
  6. verschafften
Futur 1
  1. werde verschaffen
  2. wirst verschaffen
  3. wird verschaffen
  4. werden verschaffen
  5. werdet verschaffen
  6. werden verschaffen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verschaffen
  2. würdest verschaffen
  3. würde verschaffen
  4. würden verschaffen
  5. würdet verschaffen
  6. würden verschaffen
Diverses
  1. verschaff!
  2. verschafft!
  3. verschaffen Sie!
  5. verschafft
  6. verschaffend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Translation Matrix for verschaffen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
distribueren ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; holen; liefern; schaffen; verabreichen; vermitteln; verschaffen; verteilen; überreichen distribuieren; rationieren; verteilen; zuteilen
ronddelen ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; holen; liefern; schaffen; verabreichen; vermitteln; verschaffen; verteilen; überreichen distribuieren; herumreichen; teilen; verbreiten; verteilen; zuteilen
ter beschikking stellen bereitstellen; vermitteln; verschaffen; Übergeben
uitreiken ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; holen; liefern; schaffen; verabreichen; vermitteln; verschaffen; verteilen; überreichen distribuieren; herumreichen; teilen; verbreiten; verteilen; zuteilen
verdelen ausgeben; aushändigen; ausschütten; ausstellen; austeilen; bereitstellen; besorgen; distribuieren; einbringen; geben; gewähren; herbeibringen; herbeischaffen; holen; liefern; schaffen; verabreichen; vermitteln; verschaffen; verteilen; überreichen distribuieren; herumreichen; parzellieren; teilen; verbreiten; verteilen; zuteilen
verschaffen bereitstellen; geben; schaffen; verschaffen; zur Verfügung stellen
verstrekken ausgeben; bereitstellen; geben; schaffen; verschaffen; zur Verfügung stellen austragen; besorgen; einflößen; eingeben; geben; hergeben; herreichen; ins Haus liefern; jemandem etwas verabreichen; liefern; reichen; senden; verabreichen; verordnen; zustellen
zich iets verschaffen besorgen; verschaffen

Sinónimos de "verschaffen":


Wiktionary: verschaffen

verschaffen
verb
  1. sich etwas besorgen; dafür sorgen, dass jemand etwas bekommt
verschaffen
verb
  1. benodigdheden beschikbaar maken
  2. ter beschikking stellen
Cross Translation:
FromToVia
• verschaffen → bemiddelen; beleggen; houden; teweegbrengen; uitschrijven; aandoen; aanrichten; stichten; veroorzaken; uitreiken; verschaffen; verstrekken ↔ procurer — faire obtenir à une personne quelque avantage par son crédit, par ses soins.

Traducciones automáticas externas:

Traducciones relacionadas de verschaffen







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0504 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos