Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/alemán ->Buscar: aansteller

Resultados de aansteller en neerlandés y alemán

Eliminar anuncios

Resumen

Neerlandés a alemán: más información...

aansteller:
- Ansteller; Schauspieler; Possenspieler; Spaßvogel
Wiktionary:
- aansteller → Ansteller
- aansteller → Angeberin, Angeber

Neerlandés

Traducciones detalladas de aansteller de neerlandés a alemán

aansteller:

aansteller [de ~ (m)] sustantivo

de aansteller (iemand die zich aanstelt; komediant; komediespeler)
der Ansteller; der Schauspieler; der Possenspieler; der Spaßvogel
- Ansteller [der ~] sustantivo
- Schauspieler [der ~] sustantivo
- Possenspieler [der ~] sustantivo
- Spaßvogel [der ~] sustantivo

Translation Matrix for aansteller:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
Ansteller	aansteller; iemand die zich aanstelt; komediant; komediespeler
Possenspieler	aansteller; iemand die zich aanstelt; komediant; komediespeler
Schauspieler	aansteller; iemand die zich aanstelt; komediant; komediespeler	acteur; acteurs; actrice; artiest; speler; spelers; toneelspeler; toneelspelers; tonelist; uitvoerder; vertoner
Spaßvogel	aansteller; iemand die zich aanstelt; komediant; komediespeler	achterlijke; dommerik; dwaas; gek; grappenmaker; guit; idioot; komiek; lolbroek; mallerd; malloot; olijkerd; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; paljas; pias; simpele ziel; snaak; snaken; uilenspiegel; zot; zottin

Wiktionary: aansteller

aansteller

noun

iemand die zich aanstelt
- aansteller → Ansteller

Cross Translation:

From	To	Via
• aansteller	→ Angeberin; Angeber	↔ braggart — one who boasts

Traducciones automáticas externas:

Eliminar anuncios

Eliminar anuncios