Adjective | Traducciones relacionadas | Other Translations |
heiß
|
|
heet
|
Modifier | Traducciones relacionadas | Other Translations |
Seksuell gereitst sein
|
geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
|
|
aufgeregt
|
geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
|
boos; furieus; geagiteerd; gebelgd; gekwetst; gepassioneerd; gepikeerd; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; hartstochtelijk; heftig; kwaad; levendig; met hevige passie; misnoegd; nijdig; ontstemd; razend; spinnijdig; toornig; verhit; verontwaardigd; verstoord; vertoornd; vurig; woest; wrevelig; ziedend
|
aufgregend
|
geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
|
|
begeistert
|
geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
|
bevlogen; bezield; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; dolblij; enthousiast; fideel; fleurig; geestdriftig; geestig; gepassioneerd; goed geluimd; hartstochtelijk; heftig; inblij; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; met hevige passie; monter; ontzettend blij; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; verblijd; verheugd; vrolijk; vurig; wakker; welgemoed; welgestemd; zonnig
|
brünstig
|
geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
|
bronstig; krols; loops; pikant; verhit; vurig; zinnenprikkelend
|
eifrig
|
geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
|
actief; ambitieus; bedreven; bedrijvig; bezet; bezeten; bezig; daadkrachtig; druk; drukbezet; drukpratend; dynamisch; eerzuchtig; energiek; fanatiek; geanimeerd; gepassioneerd; gretig; happig; hartstochtelijk; heetbloedig; noest; onvermoeibaar; stormachtig; streverig; temperamentvol; vurig; warmbloedig
|
enthusiastisch
|
geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
|
bevlogen; bezield; enthousiast; geestdriftig; gepassioneerd; hartstochtelijk; heftig; met hevige passie; vurig
|
entzückt
|
geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
|
aangetrokken tot; bekoord; blij; blijgestemd; blijmoedig; dolblij; gecharmeerd; inblij; ontzettend blij; opgetogen; opgewekt; verblijd; verheugd; vrolijk
|
erregend
|
geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
|
|
erregt
|
geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
|
aangebrand; erg; fel; geagiteerd; gepassioneerd; gepikeerd; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; hartstochtelijk; heetbloedig; heethoofdig; heftig; hevig; krachtig; levendig; met hevige passie; misnoegd; ontstemd; pissig; prikkelbaar; verhit; vurig; wrevelig
|
feurig
|
geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
|
brandend; erg; fel; fonkelend; geagiteerd; gekruid; gepassioneerd; gepeperd; gloedvol; gloeiend; hartig; hartstochtelijk; heet; heetbloedig; heethoofdig; heftig; hevig; krachtig; levendig; meedogenloos; met hevige passie; pikant; pittig; stormachtig; temperamentvol; verhit; vlammend; vurig; warm; warmbloedig; wreed
|
geil
|
geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
|
opwindend; pikant; sexy; soppig
|
gereizt
|
geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
|
aangebrand; erg; fel; geprikkeld; gespannen; gestressd; geërgerd; geïrriteerd; heftig; hevig; krachtig; opgefokt; opgehitst; opgejaagd; pissig; prikkelbaar
|
glühend
|
geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
|
blakend; brandend; fervent; fit; getraind; gezond; gloeiend; roodgloeiend; smeulend; verhit; vlammend; vurig; zonder ziekte
|
heiß
|
geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
|
hartelijk; minnelijk; soppig; vriendelijk
|
hingebungsvoll
|
geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
|
bezetene; fanatieke; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; toegewijd; vurig; warmbloedig
|
hitzig
|
geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
|
driftig; erg; fel; geagiteerd; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; heetgebakerd; heftig; hevig; koortsig; krachtig; levendig; met hevige passie; onbeheerst; onstuimig; stormachtig; temperamentvol; verhit; verwoed; vurig; warmbloedig
|
inbrünstig
|
geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
|
diepgevoeld; erg; fel; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; heftig; hevig; innig; krachtig; stormachtig; temperamentvol; verhit; vurig; warmbloedig
|
lüstern
|
geil; heet; hitsig; opgewonden; seksueel opgewonden
|
begerend; gretig; hanig; happig; pikant; verlangend; verzot; zinnenprikkelend
|