Interglot - houding: resultados en neerlandés y alemán encontrados en el Diccionario de traducción Interglot

Resumen

Neerlandés a alemán: más información...

houding:
- Stellungnahme; Kurs; Aktienkurs; Notiz; Haltung; Körperhaltung; Postur; Einstellung; Mentalität
Wiktionary:
- houding → Pose, Haltung, Fassung, Attitüde, Stellung
- houding → Einstellung, Haltung, Positur, Position, Stellung, Lage, Verfahren, Aufführung, Benehmen, Betragen, Gebahren, Verhalten

Neerlandés

Traducciones detalladas de houding de neerlandés a alemán

de houding (stellingname; standpuntbepaling; standpunt; positie; bewering; thema)
die Stellungnahme
- Stellungnahme [die ~] sustantivo
de houding (gedrag; besturing; leiding; rijrichting; plan)
der Kurs; der Aktienkurs; die Notiz
- Kurs [der ~] sustantivo
- Aktienkurs [der ~] sustantivo
- Notiz [die ~] sustantivo
de houding (lichaamshouding; standje; stand; pose)
die Haltung; die Körperhaltung; die Postur
- Haltung [die ~] sustantivo
- Körperhaltung [die ~] sustantivo
- Postur [die ~] sustantivo
de houding (mentaliteit; instelling)
die Einstellung; die Mentalität; die Haltung
- Einstellung [die ~] sustantivo
- Mentalität [die ~] sustantivo
- Haltung [die ~] sustantivo

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
Aktienkurs	besturing; gedrag; houding; leiding; plan; rijrichting
Einstellung	houding; instelling; mentaliteit	aanwerving; afstelling; gemoedstoestand; geneigdheid; gezindheid; hang; het plaatsen; inclinatie; instelling; lijst; neiging; nominatie; plaatsing; scherpstelling; stemming; tabel; tafel; tendentie; voordracht
Haltung	houding; instelling; lichaamshouding; mentaliteit; pose; stand; standje	figuur; gedaante; gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; optreden; postuur; uiterlijk
Kurs	besturing; gedrag; houding; leiding; plan; rijrichting	cursus; herleidingskoers; koers; koersnotering; kursus; leergang; les; onderricht; onderrichting; onderwijs; richting; studie; valuta; wisselkoers
Körperhaltung	houding; lichaamshouding; pose; stand; standje
Mentalität	houding; instelling; mentaliteit	energie; geesteshouding; geestkracht; wilskracht
Notiz	besturing; gedrag; houding; leiding; plan; rijrichting	aantekening; attest; bewijs; briefje; kattebelletje; kladbriefje; kladje; krabbel; krabbelbriefje; noot; notitie; opschrijving; schrijfsel; zakelijke notitie
Postur	houding; lichaamshouding; pose; stand; standje
Stellungnahme	bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema	advies
-	attitude

hoe je tegenover iemand of iets staat¹
- zijn houding tegenover de kinderen bevalt me niet¹
de stand van je lichaam¹
- hij heeft een slechte houding, hij loopt krom¹

houding

noun

houding

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• houding	→ Einstellung	↔ attitude — disposition or state of mind
• houding	→ Haltung	↔ attitude — position of the body or way of carrying oneself
• houding	→ Haltung	↔ posture — position of body
• houding	→ Einstellung; Positur	↔ stance — manner, posture, or pose in which one stands
• houding	→ Einstellung; Haltung	↔ attitude — situation, position du corps.
• houding	→ Position; Stellung; Lage	↔ position — situation dans une structure, place dans un ensemble de coordonnées ; lieu, point où une chose place, situation.
• houding	→ Verfahren; Aufführung; Benehmen; Betragen; Gebahren; Verhalten	↔ procédé — conduite, manière d’agir d’une personne envers une autre.