Resumen
Neerlandés a alemán: más información...
- wikkel:
- wikkelen:
-
Wiktionary:
- wikkel → Banderole, Papierstreifen, Streifen, Streifband, Verschlußband
- wikkelen → wickeln, aufwickeln, rollen
Neerlandés
Traducciones detalladas de wikkel de neerlandés a alemán
wikkel:
Translation Matrix for wikkel:
Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
Kuvert | couvert; enveloppe; omslag; wikkel | briefomslag |
Schutzumschlag | couvert; enveloppe; omslag; wikkel | stofomslag |
Umschlag | couvert; enveloppe; omslag; wikkel | boekomslag; briefomslag; dekblad; envelop; kaft; keer; kentering; kompres; kompresverband; ombuiging; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omslag; overslag; schutblad |
Palabras relacionadas con "wikkel":
Wiktionary: wikkel
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wikkel | → Banderole; Papierstreifen; Streifen; Streifband; Verschlußband | ↔ banderole — Petite bande d’étoffe flottante en forme de flamme. |
wikkel forma de wikkelen:
-
wikkelen
wickeln; einwickeln-
einwickeln verbo (wickele ein, wickelst ein, wickelt ein, wickelte ein, wickeltet ein, eingewickelt)
Conjugaciones de wikkelen:
o.t.t.
- wikkel
- wikkelt
- wikkelt
- wikkelen
- wikkelen
- wikkelen
o.v.t.
- wikkelde
- wikkelde
- wikkelde
- wikkelden
- wikkelden
- wikkelden
v.t.t.
- heb gewikkeld
- hebt gewikkeld
- heeft gewikkeld
- hebben gewikkeld
- hebben gewikkeld
- hebben gewikkeld
v.v.t.
- had gewikkeld
- had gewikkeld
- had gewikkeld
- hadden gewikkeld
- hadden gewikkeld
- hadden gewikkeld
o.t.t.t.
- zal wikkelen
- zult wikkelen
- zal wikkelen
- zullen wikkelen
- zullen wikkelen
- zullen wikkelen
o.v.t.t.
- zou wikkelen
- zou wikkelen
- zou wikkelen
- zouden wikkelen
- zouden wikkelen
- zouden wikkelen
diversen
- wikkel!
- wikkelt!
- gewikkeld
- wikkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for wikkelen:
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
einwickeln | wikkelen | emballeren; inpakken; inpalmen; inwikkelen; ompraten; overhalen; overreden; overtuigen; verpakken |
wickeln | wikkelen | bakeren; inpakken; inpalmen |