Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
Bengel
|
bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel
|
bengels; jongen; rakker; rekel; stouterd; vlegels
|
Lausbub
|
bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel
|
deugniet; guit; rakker; snaak; stinkerd
|
Rotznase
|
bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel
|
neus waaruit snot druipt; snotneus
|
Schelm
|
bengel; boefje; deugniet; kwajongen; ondeugd; schavuit; schelm; vlegel
|
boef; fielt; grappenmaker; guit; jongen; komiek; mallerd; mispunt; naarling; olijkerd; paljas; pias; picaro; rakker; rekel; rotzak; schavuit; schelm; schobbejak; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; snaak; stinkerd; stouterd; uilenspiegel
|
Scheusal
|
guitigheid; ondeugd
|
boef; engerd; fielt; gedrocht; griezel; griezeltje; lelijkerd; misbaksel; monster; mormel; schobbejak; schurk; wangedrocht; wanschepsel
|
Sünde
|
ondeugd; zedelijke slechtheid; zonde
|
|
Unsittlichkeit
|
ondeugd; zedelijke slechtheid; zonde
|
onkuisheid
|
Untugend
|
ondeugd; zedelijke slechtheid; zonde
|
|
häßlicheKerl
|
guitigheid; ondeugd
|
|