Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/alemán ->Buscar: vingeren

Resultados de vingeren en neerlandés y alemán

Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. vingeren:
  2. vinger:
  3. Wiktionary:

Neerlandés

Traducciones detalladas de vingeren de neerlandés a alemán

vingeren:

vingeren verbo (vinger, vingert, vingerde, vingerden, gevingerd)

  1. vingeren
    befühlen; abtasten; fühlen; tasten
    • befühlen verbo (befühle, befühlst, befühlt, befühlte, befühltet, befühlt)
    • abtasten verbo (taste ab, tastest ab, tastet ab, tastete ab, tastetet ab, abgetastet)
    • fühlen verbo (fühle, fühlst, fühlt, fühlte, fühltet, gefühlt)
    • tasten verbo (taste, tastest, tastet, tastete, tastetet, getastet)

Conjugaciones de vingeren:

o.t.t.
  1. vinger
  2. vingert
  3. vingert
  4. vingeren
  5. vingeren
  6. vingeren
o.v.t.
  1. vingerde
  2. vingerde
  3. vingerde
  4. vingerden
  5. vingerden
  6. vingerden
v.t.t.
  1. heb gevingerd
  2. hebt gevingerd
  3. heeft gevingerd
  4. hebben gevingerd
  5. hebben gevingerd
  6. hebben gevingerd
v.v.t.
  1. had gevingerd
  2. had gevingerd
  3. had gevingerd
  4. hadden gevingerd
  5. hadden gevingerd
  6. hadden gevingerd
o.t.t.t.
  1. zal vingeren
  2. zult vingeren
  3. zal vingeren
  4. zullen vingeren
  5. zullen vingeren
  6. zullen vingeren
o.v.t.t.
  1. zou vingeren
  2. zou vingeren
  3. zou vingeren
  4. zouden vingeren
  5. zouden vingeren
  6. zouden vingeren
diversen
  1. vinger!
  2. vingert!
  5. gevingerd
  6. vingerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vingeren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
abtasten vingeren aftasten; afvoelen; afzoeken; betasten; bevoelen; iets voelen; onderzoeken; verkennen; voelen; zien te vinden; zoeken
befühlen vingeren betasten; bevoelen; iets voelen; voelen
fühlen vingeren aanvoelen; bemerken; bespeuren; betasten; bevoelen; doorleven; doorstaan; gewaarworden; iets voelen; inleven; invoelen; meeleven; merken; ontwaren; verdragen; verduren; verteren; voelen; voorvoelen; waarnemen; zien
tasten vingeren aanvoelen; betasten; bevoelen; iets voelen; op de tast lopen; voelen; voorvoelen

Palabras relacionadas con "vingeren":


Wiktionary: vingeren

Cross Translation:
FromToVia
• vingeren → fühlen; befühlen; tasten; antasten; betasten; tappen ↔ tâter — toucher, manier doucement une chose, pour savoir si elle est dure ou molle, sec ou humide, froide ou chaude, etc.

vingeren forma de vinger:

vinger [de ~ (m)] sustantivo

  1. de vinger
    der Finger

Translation Matrix for vinger:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
Finger vinger finger

Palabras relacionadas con "vinger":

  • vingeren, vingers, vingertje, vingertjes

Definiciones relacionadas de "vinger":

  1. elk van de vijf uitsteeksels van je hand1
    • hij heeft een ring om zijn vinger1

Wiktionary: vinger

vinger
noun
  1. extremiteiten van de hand
vinger
Cross Translation:
FromToVia
• vinger → Zeh; Finger ↔ digit — finger or toe
• vinger → digital; Finger ↔ digital — having to do or performed with a finger
• vinger → Finger ↔ finger — extremity of the hand
• vinger → Finger ↔ doigt — Extrémité des mains.




Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0489 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos