Neerlandés

Traducciones detalladas de verlichten de neerlandés a alemán

verlichten:

verlichten verbo (verlicht, verlichtte, verlichtten, verlicht)

  1. verlichten (lenigen; verzachten)
    mildern; lindern
    • mildern verbo (mildere, milderst, mildert, milderte, mildertet, gemildert)
    • lindern verbo (lindere, linderst, lindert, linderte, lindertet, gelindert)
  2. verlichten (beschijnen)
    belichten; beleuchten; erleuchten; ausleuchten; bestrahlen; bescheinen
    • belichten verbo (belichte, belichtest, belichtet, belichtete, belichtetet, belichtet)
    • beleuchten verbo (beleuchte, beleuchtest, beleuchtet, beleuchtete, beleuchtetet, beleuchtet)
    • erleuchten verbo (erleuchte, erleuchtest, erleuchtet, erleuchtete, erleuchtetet, erleuchtet)
    • ausleuchten verbo (leuchte aus, leuchtest aus, leuchtet aus, leuchtete aus, leuchtetet aus, ausgeleuchtet)
    • bestrahlen verbo (bestrahle, bestrahlst, bestrahlt, bestrahlte, bestrahltet, bestrahlt)
    • bescheinen verbo (bescheine, bescheinst, bescheint, beschien, beschient, beschienen)
  3. verlichten (van gewicht ontdoen)
    entlasten
    • entlasten verbo (entlaste, entlastest, entlastet, entlastete, entlastetet, entlastet)

Conjugaciones de verlichten:

o.t.t.
  1. verlicht
  2. verlicht
  3. verlicht
  4. verlichten
  5. verlichten
  6. verlichten
o.v.t.
  1. verlichtte
  2. verlichtte
  3. verlichtte
  4. verlichtten
  5. verlichtten
  6. verlichtten
v.t.t.
  1. heb verlicht
  2. hebt verlicht
  3. heeft verlicht
  4. hebben verlicht
  5. hebben verlicht
  6. hebben verlicht
v.v.t.
  1. had verlicht
  2. had verlicht
  3. had verlicht
  4. hadden verlicht
  5. hadden verlicht
  6. hadden verlicht
o.t.t.t.
  1. zal verlichten
  2. zult verlichten
  3. zal verlichten
  4. zullen verlichten
  5. zullen verlichten
  6. zullen verlichten
o.v.t.t.
  1. zou verlichten
  2. zou verlichten
  3. zou verlichten
  4. zouden verlichten
  5. zouden verlichten
  6. zouden verlichten
diversen
  1. verlicht!
  2. verlicht!
  3. verlicht
  4. verlichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verlichten:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
ausleuchten beschijnen; verlichten bijlichten
beleuchten beschijnen; verlichten belichten; eruit zien; licht laten vallen op; lijken; met licht beschijnen; schijnen; toeschijnen
belichten beschijnen; verlichten belichten; eruit zien; licht laten vallen op; lijken; met licht beschijnen; schijnen; toeschijnen
bescheinen beschijnen; verlichten bestralen; chemotherapie geven
bestrahlen beschijnen; verlichten bestralen; chemotherapie geven
entlasten van gewicht ontdoen; verlichten dragen; goeddoen; helpen; liefdadigheids werk doen; ondersteunen; schoren; schragen; steunen; stutten; weldoen
erleuchten beschijnen; verlichten belichten; bestralen; bijlichten; chemotherapie geven; fonkelen; glimmen; glinsteren; iets uitstralen; illumineren; licht laten vallen op; licht schijnen op; openbaren; stralen; zich uiten
lindern lenigen; verlichten; verzachten kalmeren; vermurwen; vervriendelijken; verzachten
mildern lenigen; verlichten; verzachten vervriendelijken; verzachten
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
lindern verzachtend
mildern verzachtend

Wiktionary: verlichten

verlichten
verb
  1. van licht voorzien
  2. minder zwaar maken
  3. minder moeilijk maken

Cross Translation:
FromToVia
verlichten lindern; mildern alleviate — make less severe
verlichten illuminieren illuminate — to decorate something with lights
verlichten erleichtern lighten — to alleviate
verlichten erleichtern faciliterrendre facile.
verlichten illuminieren illumineréclairer d’une vif lumière.
verlichten erleichtern soulagerdélivrer, débarrasser d’une partie de quelque fardeau.
verlichten erhellen éclairerapporter de la lumière dans un endroit sombre.