Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. aanleg hebben:


Neerlandés

Traducciones detalladas de aanleg hebben de neerlandés a alemán

aanleg hebben:

aanleg hebben verbo (heb aanleg, hebt aanleg, heeft aanleg, had aanleg, hadden aanleg, aanleg gehad)

  1. aanleg hebben
    veranlagt sein

Conjugaciones de aanleg hebben:

o.t.t.
  1. heb aanleg
  2. hebt aanleg
  3. heeft aanleg
  4. hebben aanleg
  5. hebben aanleg
  6. hebben aanleg
o.v.t.
  1. had aanleg
  2. had aanleg
  3. had aanleg
  4. hadden aanleg
  5. hadden aanleg
  6. hadden aanleg
v.t.t.
  1. heb aanleg gehad
  2. hebt aanleg gehad
  3. heeft aanleg gehad
  4. hebben aanleg gehad
  5. hebben aanleg gehad
  6. hebben aanleg gehad
v.v.t.
  1. had aanleg gehad
  2. had aanleg gehad
  3. had aanleg gehad
  4. hadden aanleg gehad
  5. hadden aanleg gehad
  6. hadden aanleg gehad
o.t.t.t.
  1. zal aanleg hebben
  2. zult aanleg hebben
  3. zal aanleg hebben
  4. zullen aanleg hebben
  5. zullen aanleg hebben
  6. zullen aanleg hebben
o.v.t.t.
  1. zou aanleg hebben
  2. zou aanleg hebben
  3. zou aanleg hebben
  4. zouden aanleg hebben
  5. zouden aanleg hebben
  6. zouden aanleg hebben
diversen
  1. heb aanleg!
  2. aanleg gehad
  3. aanleg hebbende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aanleg hebben:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
veranlagt sein aanleg hebben

Traducciones relacionadas de aanleg hebben