Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. aanloop:
  2. aanlopen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de aanloop de neerlandés a alemán

aanloop:

aanloop [de ~ (m)] sustantivo

  1. de aanloop (visite; bezoek)
    der Besuch; die Aufwartung

Translation Matrix for aanloop:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
Aufwartung aanloop; bezoek; visite geruststelling; opluchting; opwachting; verademing
Besuch aanloop; bezoek; visite gast; genodigde; invité; logé; overnachter; slaapgast; slaper

Wiktionary: aanloop


Cross Translation:
FromToVia
aanloop Vorfeld run-up — (UK) a period of time just before an important event
aanloop Elan; Schwung élan — (1)

aanloop forma de aanlopen:

aanlopen verbo (loop aan, loopt aan, liep aan, liepen aan, aangelopen)

  1. aanlopen (komen aanlopen)
    anlaufen; angelaufen kommen

Conjugaciones de aanlopen:

o.t.t.
  1. loop aan
  2. loopt aan
  3. loopt aan
  4. lopen aan
  5. lopen aan
  6. lopen aan
o.v.t.
  1. liep aan
  2. liep aan
  3. liep aan
  4. liepen aan
  5. liepen aan
  6. liepen aan
v.t.t.
  1. ben aangelopen
  2. bent aangelopen
  3. is aangelopen
  4. zijn aangelopen
  5. zijn aangelopen
  6. zijn aangelopen
v.v.t.
  1. was aangelopen
  2. was aangelopen
  3. was aangelopen
  4. waren aangelopen
  5. waren aangelopen
  6. waren aangelopen
o.t.t.t.
  1. zal aanlopen
  2. zult aanlopen
  3. zal aanlopen
  4. zullen aanlopen
  5. zullen aanlopen
  6. zullen aanlopen
o.v.t.t.
  1. zou aanlopen
  2. zou aanlopen
  3. zou aanlopen
  4. zouden aanlopen
  5. zouden aanlopen
  6. zouden aanlopen
diversen
  1. loop aan!
  2. loopt aan!
  3. aangelopen
  4. aanlopende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aanlopen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
angelaufen kommen aanlopen; komen aanlopen
anlaufen aanlopen; komen aanlopen aflopen; koers zetten naar; omhoogkomen; opstijgen; opvliegen; vervoegen; zich begeven naar
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
anlaufen beslaan

Wiktionary: aanlopen

aanlopen
verb
  1. een bepaalde kleur krijgen van opwinding of koude
  2. varend bezoeken