Resumen
Neerlandés a alemán: más información...
- aanpassen:
-
Wiktionary:
- aanpassen → anpassen, anprobieren
- aanpassen → anpassen, berichtigen, ausbessern, verbessern, ändern, verändern, verwandeln, passen, zu Kreuze kriechen, Kotau, stellen, einstellen, justieren, zuschneiden, anbequemen, angleichen, arrangieren, einrichten, ordnen, anordnen, veranstalten, in Ordnung bringen, zurechtmachen, herrichten, organisieren, vorbereiten, machen, bearbeiten, ausrichten, abwickeln, erledigen, übereinkommen, adaptieren, anfügen, daneben anordnen, außerdem anordnen, erproben, probieren, prüfen, versuchen
Neerlandés
Traducciones detalladas de aanpassen de neerlandés a alemán
aanpassen:
-
aanpassen (bijstellen)
-
aanpassen (op proef aantrekken; passen)
-
aanpassen (geschikt maken)
herrichten; qualifizieren-
qualifizieren verbo (qualifiziere, qualifizierst, qualifiziert, qualifizierte, qualifiziertet, qualifiziert)
-
aanpassen (gewendraken; wennen; aarden)
sich gewöhnen; sich angewöhnen; akklimatisieren; sich eingewöhnen-
sich gewöhnen verbo (gewöhne mich, gewöhnst dich, gewöhnt sich, gewöhnte sich, gewöhntet euch, sich gewöhnt)
-
sich angewöhnen verbo
-
akklimatisieren verbo (akklimatisiere, akklimatisierst, akklimatisiert, akklimatisierte, akklimatisiertet, akklimatisiert)
-
sich eingewöhnen verbo
-
-
aanpassen
-
aanpassen (aanpassing)
Conjugaciones de aanpassen:
o.t.t.
- pas aan
- past aan
- past aan
- passen aan
- passen aan
- passen aan
o.v.t.
- paste aan
- paste aan
- paste aan
- pasten aan
- pasten aan
- pasten aan
v.t.t.
- heb aangepast
- hebt aangepast
- heeft aangepast
- hebben aangepast
- hebben aangepast
- hebben aangepast
v.v.t.
- had aangepast
- had aangepast
- had aangepast
- hadden aangepast
- hadden aangepast
- hadden aangepast
o.t.t.t.
- zal aanpassen
- zult aanpassen
- zal aanpassen
- zullen aanpassen
- zullen aanpassen
- zullen aanpassen
o.v.t.t.
- zou aanpassen
- zou aanpassen
- zou aanpassen
- zouden aanpassen
- zouden aanpassen
- zouden aanpassen
diversen
- pas aan!
- past aan!
- aangepast
- aanpassende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for aanpassen:
Sinónimos de "aanpassen":
Definiciones relacionadas de "aanpassen":
Wiktionary: aanpassen
aanpassen
Cross Translation:
verb
-
aansluiten, voegen naar, bruikbaar maken
- aanpassen → anpassen
-
aantrekken om te passen
- aanpassen → anprobieren
Cross Translation: