Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. aanproberen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de aanproberen de neerlandés a alemán

aanproberen:

aanproberen verbo (probeer aan, probeert aan, probeerde aan, probeerden aan, aangeprobeerd)

  1. aanproberen (proberen; passen)
    anprobieren; probieren; ausprobieren
    • anprobieren verbo (probiere an, probierst an, probiert an, probierte an, probiertet an, anprobiert)
    • probieren verbo (probiere, probierst, probiert, probierte, probiertet, probiert)
    • ausprobieren verbo (probiere aus, probierst aus, probiert aus, probierte aus, probiertet aus, ausprobiert)

Conjugaciones de aanproberen:

o.t.t.
  1. probeer aan
  2. probeert aan
  3. probeert aan
  4. proberen aan
  5. proberen aan
  6. proberen aan
o.v.t.
  1. probeerde aan
  2. probeerde aan
  3. probeerde aan
  4. probeerden aan
  5. probeerden aan
  6. probeerden aan
v.t.t.
  1. heb aangeprobeerd
  2. hebt aangeprobeerd
  3. heeft aangeprobeerd
  4. hebben aangeprobeerd
  5. hebben aangeprobeerd
  6. hebben aangeprobeerd
v.v.t.
  1. had aangeprobeerd
  2. had aangeprobeerd
  3. had aangeprobeerd
  4. hadden aangeprobeerd
  5. hadden aangeprobeerd
  6. hadden aangeprobeerd
o.t.t.t.
  1. zal aanproberen
  2. zult aanproberen
  3. zal aanproberen
  4. zullen aanproberen
  5. zullen aanproberen
  6. zullen aanproberen
o.v.t.t.
  1. zou aanproberen
  2. zou aanproberen
  3. zou aanproberen
  4. zouden aanproberen
  5. zouden aanproberen
  6. zouden aanproberen
diversen
  1. probeer aan!
  2. probeert aan!
  3. aangeprobeerd
  4. aanproberende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aanproberen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
anprobieren aanproberen; passen; proberen aanpassen; bijpassen; bijstellen; passen
ausprobieren aanproberen; passen; proberen beproeven; keuren; onderzoeken; op de proef stellen; proberen; testen; toetsen; uitproberen; uittesten
probieren aanproberen; passen; proberen beproeven; betrachten; op de proef stellen; pogen; proberen; trachten; uitproberen