Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. aanslepen:
  2. aanslijpen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de aanslepen de neerlandés a alemán

aanslepen:

aanslepen verbo (sleep aan, sleept aan, sleepte aan, sleepten aan, aangesleept)

  1. aanslepen
    heranziehen
    • heranziehen verbo (ziehe heran, ziehst heran, zieht heran, zog heran, zogt heran, herangezogen)

Conjugaciones de aanslepen:

o.t.t.
  1. sleep aan
  2. sleept aan
  3. sleept aan
  4. slepen aan
  5. slepen aan
  6. slepen aan
o.v.t.
  1. sleepte aan
  2. sleepte aan
  3. sleepte aan
  4. sleepten aan
  5. sleepten aan
  6. sleepten aan
v.t.t.
  1. heb aangesleept
  2. hebt aangesleept
  3. heeft aangesleept
  4. hebben aangesleept
  5. hebben aangesleept
  6. hebben aangesleept
v.v.t.
  1. had aangesleept
  2. had aangesleept
  3. had aangesleept
  4. hadden aangesleept
  5. hadden aangesleept
  6. hadden aangesleept
o.t.t.t.
  1. zal aanslepen
  2. zult aanslepen
  3. zal aanslepen
  4. zullen aanslepen
  5. zullen aanslepen
  6. zullen aanslepen
o.v.t.t.
  1. zou aanslepen
  2. zou aanslepen
  3. zou aanslepen
  4. zouden aanslepen
  5. zouden aanslepen
  6. zouden aanslepen
diversen
  1. sleep aan!
  2. sleept aan!
  3. aangesleept
  4. aanslepende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aanslepen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
heranziehen aanslepen aankweken; aanplanten; consulteren; fokken; genereren; kweken; lenen; ontlenen; opkweken; planten; procreëren; raadplegen; telen; verbouwen; voortbrengen

Wiktionary: aanslepen

aanslepen
verb
  1. met moeite of in grote hoeveelheden aandragen
  2. lang duren

aanslepen forma de aanslijpen:

aanslijpen [znw.] sustantivo

  1. aanslijpen
    Anspitzen

aanslijpen verbo (slijp aan, slijpt aan, sleep aan, slepen aan, aangeslepen)

  1. aanslijpen (slijpen)
    anspitzen
    • anspitzen verbo (spitze an, spitzt an, spitzte an, spitztet an, angespitzt)

Conjugaciones de aanslijpen:

o.t.t.
  1. slijp aan
  2. slijpt aan
  3. slijpt aan
  4. slijpen aan
  5. slijpen aan
  6. slijpen aan
o.v.t.
  1. sleep aan
  2. sleep aan
  3. sleep aan
  4. slepen aan
  5. slepen aan
  6. slepen aan
v.t.t.
  1. heb aangeslepen
  2. hebt aangeslepen
  3. heeft aangeslepen
  4. hebben aangeslepen
  5. hebben aangeslepen
  6. hebben aangeslepen
v.v.t.
  1. had aangeslepen
  2. had aangeslepen
  3. had aangeslepen
  4. hadden aangeslepen
  5. hadden aangeslepen
  6. hadden aangeslepen
o.t.t.t.
  1. zal aanslijpen
  2. zult aanslijpen
  3. zal aanslijpen
  4. zullen aanslijpen
  5. zullen aanslijpen
  6. zullen aanslijpen
o.v.t.t.
  1. zou aanslijpen
  2. zou aanslijpen
  3. zou aanslijpen
  4. zouden aanslijpen
  5. zouden aanslijpen
  6. zouden aanslijpen
diversen
  1. slijp aan!
  2. slijpt aan!
  3. aangeslepen
  4. aanslijpende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aanslijpen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
Anspitzen aanslijpen
anspitzen toespitsing
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
anspitzen aanslijpen; slijpen aanpunten; aanscherpen; aanspitsen; iemand opstoken; opjutten; opzetten; punteren; spitsen

Traducciones automáticas externas: