Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. aanzuren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de aanzuren de neerlandés a alemán

aanzuren:

aanzuren verbo (zuur aan, zuurt aan, zuurde aan, zuurden aan, aangezuurd)

  1. aanzuren (zuurder maken)
    säuern; ansäuern
    • säuern verbo (säuere, säuerst, säuert, säuerte, säuertet, gesäuer)
    • ansäuern verbo

Conjugaciones de aanzuren:

o.t.t.
  1. zuur aan
  2. zuurt aan
  3. zuurt aan
  4. zuren aan
  5. zuren aan
  6. zuren aan
o.v.t.
  1. zuurde aan
  2. zuurde aan
  3. zuurde aan
  4. zuurden aan
  5. zuurden aan
  6. zuurden aan
v.t.t.
  1. heb aangezuurd
  2. hebt aangezuurd
  3. heeft aangezuurd
  4. hebben aangezuurd
  5. hebben aangezuurd
  6. hebben aangezuurd
v.v.t.
  1. had aangezuurd
  2. had aangezuurd
  3. had aangezuurd
  4. hadden aangezuurd
  5. hadden aangezuurd
  6. hadden aangezuurd
o.t.t.t.
  1. zal aanzuren
  2. zult aanzuren
  3. zal aanzuren
  4. zullen aanzuren
  5. zullen aanzuren
  6. zullen aanzuren
o.v.t.t.
  1. zou aanzuren
  2. zou aanzuren
  3. zou aanzuren
  4. zouden aanzuren
  5. zouden aanzuren
  6. zouden aanzuren
diversen
  1. zuur aan!
  2. zuurt aan!
  3. aangezuurd
  4. aanzurende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aanzuren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
ansäuern aanzuren; zuurder maken
säuern aanzuren; zuurder maken doen verzuren; zuur maken