Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. achternagaan:


Neerlandés

Traducciones detalladas de achternagaan de neerlandés a alemán

achternagaan:

achternagaan verbo (ga achterna, gaat achterna, ging achterna, gingen achterna, achternagegaan)

  1. achternagaan (achternalopen; volgen; nalopen)
    nachfolgen; hinterherkommen; nachkommen
    • nachfolgen verbo (folge nach, folgst nach, folgt nach, folgte nach, folgtet nach, nachgefolgt)
    • hinterherkommen verbo (komme hinterher, kommst hinterher, kommt hinterher, kam hinterher, kamt hinterher, hinterhergekommen)
    • nachkommen verbo (komme nach, kommst nach, kommt nach, kam nach, kamt nach, nachgekommen)

Conjugaciones de achternagaan:

o.t.t.
  1. ga achterna
  2. gaat achterna
  3. gaat achterna
  4. gaan achterna
  5. gaan achterna
  6. gaan achterna
o.v.t.
  1. ging achterna
  2. ging achterna
  3. ging achterna
  4. gingen achterna
  5. gingen achterna
  6. gingen achterna
v.t.t.
  1. ben achternagegaan
  2. bent achternagegaan
  3. is achternagegaan
  4. zijn achternagegaan
  5. zijn achternagegaan
  6. zijn achternagegaan
v.v.t.
  1. was achternagegaan
  2. was achternagegaan
  3. was achternagegaan
  4. waren achternagegaan
  5. waren achternagegaan
  6. waren achternagegaan
o.t.t.t.
  1. zal achternagaan
  2. zult achternagaan
  3. zal achternagaan
  4. zullen achternagaan
  5. zullen achternagaan
  6. zullen achternagaan
o.v.t.t.
  1. zou achternagaan
  2. zou achternagaan
  3. zou achternagaan
  4. zouden achternagaan
  5. zouden achternagaan
  6. zouden achternagaan
diversen
  1. ga achterna!
  2. gaat achterna!
  3. achternagegaan
  4. achternagaande
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for achternagaan:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
hinterherkommen achternagaan; achternalopen; nalopen; volgen
nachfolgen achternagaan; achternalopen; nalopen; volgen gehoorzamen; gevolg geven aan; komen na; later komen; luisteren; navolgen; opvolgen; volgen
nachkommen achternagaan; achternalopen; nalopen; volgen achteraankomen; gehoorzamen; gevolg geven aan; later komen; luisteren; nakomen; navolgen; opvolgen; volgen