Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. afgesloofd:
  2. afsloven:


Neerlandés

Traducciones detalladas de afgesloofd de neerlandés a alemán

afgesloofd:

afgesloofd adj.

  1. afgesloofd

Translation Matrix for afgesloofd:

ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
abgerackert afgesloofd uitgesloofd

Palabras relacionadas con "afgesloofd":

  • afgesloofde

afgesloofd forma de afsloven:

afsloven verbo (sloof af, slooft af, sloofde af, sloofden af, afgesloofd)

  1. afsloven (zich afsloven; zwoegen; ploeteren; )
    schuften; sich abrackern; sich abarbeiten; sich abmühen

Conjugaciones de afsloven:

o.t.t.
  1. sloof af
  2. slooft af
  3. slooft af
  4. sloven af
  5. sloven af
  6. sloven af
o.v.t.
  1. sloofde af
  2. sloofde af
  3. sloofde af
  4. sloofden af
  5. sloofden af
  6. sloofden af
v.t.t.
  1. heb afgesloofd
  2. hebt afgesloofd
  3. heeft afgesloofd
  4. hebben afgesloofd
  5. hebben afgesloofd
  6. hebben afgesloofd
v.v.t.
  1. had afgesloofd
  2. had afgesloofd
  3. had afgesloofd
  4. hadden afgesloofd
  5. hadden afgesloofd
  6. hadden afgesloofd
o.t.t.t.
  1. zal afsloven
  2. zult afsloven
  3. zal afsloven
  4. zullen afsloven
  5. zullen afsloven
  6. zullen afsloven
o.v.t.t.
  1. zou afsloven
  2. zou afsloven
  3. zou afsloven
  4. zouden afsloven
  5. zouden afsloven
  6. zouden afsloven
diversen
  1. sloof af!
  2. slooft af!
  3. afgesloofd
  4. afslovende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for afsloven:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
schuften afbeulen; afjakkeren; afsloven; ploeteren; sappelen; sloven; zich afsloven; zwoegen aanpoten; afbeulen; buffelen; een ongeluk werken; flink aanpakken; grondig aanpakken; half dood werken; hard werken; hardlopen; kapotwerken; pezen; rennen; sloven; stevig aanpakken; streng behandelen; uitsloven
sich abarbeiten afbeulen; afjakkeren; afsloven; ploeteren; sappelen; sloven; zich afsloven; zwoegen
sich abmühen afbeulen; afjakkeren; afsloven; ploeteren; sappelen; sloven; zich afsloven; zwoegen aanpoten; aftobben; flink aanpakken; hard werken
sich abrackern afbeulen; afjakkeren; afsloven; ploeteren; sappelen; sloven; zich afsloven; zwoegen aanpoten; flink aanpakken; hard werken; uitsloven; zich uitsloven