Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. behelpen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de behelpen de neerlandés a alemán

behelpen:

behelpen verbo (behelp, behelpt, behielp, behielpen, beholpen)

  1. behelpen
    auskommen; sich zu helfen wissen; helfen
    • auskommen verbo (komme aus, kommst aus, kommt aus, kam aus, kamt aus, ausgekommen)
    • sich zu helfen wissen verbo (weiß mich, weißt dich, weiß sich, wußte sich, wußtet euch, sich gewußt)
    • helfen verbo (helfe, hilfst, hilft, half, halft, geholfen)

Conjugaciones de behelpen:

o.t.t.
  1. behelp
  2. behelpt
  3. behelpt
  4. behelpen
  5. behelpen
  6. behelpen
o.v.t.
  1. behielp
  2. behielp
  3. behielp
  4. behielpen
  5. behielpen
  6. behielpen
v.t.t.
  1. heb beholpen
  2. hebt beholpen
  3. heeft beholpen
  4. hebben beholpen
  5. hebben beholpen
  6. hebben beholpen
v.v.t.
  1. had beholpen
  2. had beholpen
  3. had beholpen
  4. hadden beholpen
  5. hadden beholpen
  6. hadden beholpen
o.t.t.t.
  1. zal behelpen
  2. zult behelpen
  3. zal behelpen
  4. zullen behelpen
  5. zullen behelpen
  6. zullen behelpen
o.v.t.t.
  1. zou behelpen
  2. zou behelpen
  3. zou behelpen
  4. zouden behelpen
  5. zouden behelpen
  6. zouden behelpen
diversen
  1. behelp!
  2. behelpt!
  3. beholpen
  4. behelpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for behelpen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
auskommen behelpen naar buiten hangen; overweg kunnen; rondkomen; uithangen; uitkomen; zich kunnen bedruipen
helfen behelpen assisteren; behulpzaam zijn; believen; bijspringen; bijstaan; blij maken; gedienstig zijn; gerieven; goeddoen; helpen; iemand een genoegen doen; iemand plezieren; liefdadigheids werk doen; meehelpen; moeten; nuttig zijn; ondersteunen; seconderen; weldoen; willen
sich zu helfen wissen behelpen

Wiktionary: behelpen

behelpen
verb
  1. zich ~: een provisorische oplossing bedenken voor een probleem dat men heeft bij gebrek aan hulp van anderen