Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/alemán ->Traducir benaderbaar

Traducir benaderbaar de neerlandés a alemán

Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. benaderbaar:
  2. Wiktionary:

Neerlandés

Traducciones detalladas de benaderbaar de neerlandés a alemán

benaderbaar:

benaderbaar adj.

  1. benaderbaar (aanspreekbaar; toegankelijk; toeschietelijk; genaakbaar)
    ansprechbar; zugänglich; zuvorkommend
  2. benaderbaar (genaakbaar; toegankelijk; open)
    offen; zugänglich; aufgeschlossen; frei

Translation Matrix for benaderbaar:

AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
frei benaderbaar; genaakbaar; open; toegankelijk bandeloos; beschikbaar; disponibel; frank; gratis; in vrijheid; kosteloos; ledig; leeg; losbandig; niet belast; onafhankelijk; onbedekt; onbelast; onbelast inkomen; onbewoond; onbezet; ongebonden; ongebreideld; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onoverdekt; onverplicht; onverstoord; open; pro deo; rechttoe; spontaan; uit vrije wil; vacant; voor niets; vrij; vrij van schulden; vrijuit; vrijwillig; zonder kosten
offen benaderbaar; genaakbaar; open; toegankelijk contemplatief; cru; eerlijk; frank; genereus; goedgeefs; gul; ledig; leeg; mild; niet beschroomd; niet dicht; onbedeesd; onbeschroomd; onbewimpeld; onbewoond; onbezet; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtschapen; rechttoe; rechttoe rechtaan; ronduit; royaal; ruimhartig; ruiterlijk; scheutig; stoutmoedig; vrijgevig; vrijmoedig; vrijpostig
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
ansprechbar aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk
aufgeschlossen benaderbaar; genaakbaar; open; toegankelijk ingehaald; ontvankelijk; openstaand; vatbaar; voorbij gestreefd
zugänglich aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; open; toegankelijk; toeschietelijk amicaal; bedaard; begaanbaar; bereidwillig; bereikbaar; gelijkmoedig; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; onbewogen; ontvankelijk; openstaand; rustig; sereen; tegemoetkomend; toegankelijk; toeschietelijk; vatbaar; vriendschappelijk; welwillend
zuvorkommend aanspreekbaar; benaderbaar; genaakbaar; toegankelijk; toeschietelijk behulpzaam; bereidwillig; coöperatief; dienstbaar; dienstvaardig; dienstwillig; gedienstig; goedwillig; inschikkelijk; medewerkend; op een aardige manier; tegemoetkomend; toeschietelijk; vriendelijk; welwillend; willig

Palabras relacionadas con "benaderbaar":

  • benaderbare

Wiktionary: benaderbaar

benaderbaar
adjective
  1. te benaderen, makkelijk mee te praten

Traducciones automáticas externas:






Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2025 Interglot ®

Página generada en 0.0276 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos