Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. bisdom:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de bisdom de neerlandés a alemán

bisdom:

bisdom [het ~] sustantivo

  1. het bisdom (sticht)
    Bistum; Stift

Translation Matrix for bisdom:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
Bistum bisdom; sticht
Stift bisdom; sticht ballpoint; balpen; benjamin; griffel; grift; jongste; klem; laatstgeborene; pen; pin; schrijfstift; seminarie; viltpen; viltstift

Palabras relacionadas con "bisdom":

  • bisdommen

Wiktionary: bisdom

bisdom
noun
  1. kerkrechtelijk afgebakend gebied dat onder de bevoegdheid van een bisschop staat
bisdom
noun
  1. römisch-katholische Kirche: Amtsgebiet eines Bischofs
  2. Christentum: Amtsbezirk eines Bischofs

Cross Translation:
FromToVia
bisdom Bistum bishopric — diocese
bisdom Eparchie; Diözese diocese — region administered by a bishop