Resumen


Neerlandés

Traducciones detalladas de brokkelen de neerlandés a alemán

brokkelen:

brokkelen verbo (brokkel, brokkelt, brokkelde, brokkelden, gebrokkeld)

  1. brokkelen (kruimelen)
    bröckeln; verkrümeln; zerbröseln; zerbröckeln; zerkrümeln; sich krümeln
    • bröckeln verbo (bröckele, bröckelst, bröckelt, bröckelte, bröckeltet, gebröckelt)
    • verkrümeln verbo (verkrümele, verkrümelst, verkrümelt, verkrümelte, verkrümeltet, verkrümelt)
    • zerbröseln verbo (zerbrösele, zerbröselst, zerbröselt, zerbröselte, zerbröseltet, zerbröselt)
    • zerbröckeln verbo (zerbröckele, zerbröckelst, zerbröckelt, zerbröckelte, zerbröckeltet, zerbröckelt)
    • zerkrümeln verbo (zerkrümele, zerkrümelst, zerkrümelt, zerkrümelte, zerkrümeltet, zerkrümelt)
    • sich krümeln verbo (krümele mich, krümelst dich, krümelt sich, krümelte sich, krümeltet euch, sich gekrümelt)

Conjugaciones de brokkelen:

o.t.t.
  1. brokkel
  2. brokkelt
  3. brokkelt
  4. brokkelen
  5. brokkelen
  6. brokkelen
o.v.t.
  1. brokkelde
  2. brokkelde
  3. brokkelde
  4. brokkelden
  5. brokkelden
  6. brokkelden
v.t.t.
  1. ben gebrokkeld
  2. bent gebrokkeld
  3. is gebrokkeld
  4. zijn gebrokkeld
  5. zijn gebrokkeld
  6. zijn gebrokkeld
v.v.t.
  1. was gebrokkeld
  2. was gebrokkeld
  3. was gebrokkeld
  4. waren gebrokkeld
  5. waren gebrokkeld
  6. waren gebrokkeld
o.t.t.t.
  1. zal brokkelen
  2. zult brokkelen
  3. zal brokkelen
  4. zullen brokkelen
  5. zullen brokkelen
  6. zullen brokkelen
o.v.t.t.
  1. zou brokkelen
  2. zou brokkelen
  3. zou brokkelen
  4. zouden brokkelen
  5. zouden brokkelen
  6. zouden brokkelen
diversen
  1. brokkel!
  2. brokkelt!
  3. gebrokkeld
  4. brokkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for brokkelen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bröckeln brokkelen; kruimelen verbrokkelen; verkruimelen
sich krümeln brokkelen; kruimelen
verkrümeln brokkelen; kruimelen verbrokkelen; verdoen; verkruimelen; verspillen
zerbröckeln brokkelen; kruimelen verbrokkelen; verkruimelen
zerbröseln brokkelen; kruimelen verbrokkelen; verkruimelen
zerkrümeln brokkelen; kruimelen verbrokkelen; verkruimelen