Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/alemán ->Traducir chargeren

Traducir chargeren de neerlandés a alemán

Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. chargeren:
  2. Wiktionary:

Neerlandés

Traducciones detalladas de chargeren de neerlandés a alemán

chargeren:

chargeren verbo (chargeer, chargeert, chargeerde, chargeerden, gechargeerd)

  1. chargeren (overdrijven)
    anklagen; beschuldigen; anschuldigen
    • anklagen verbo (klage an, klagst an, klagt an, klagte an, klagtet an, angeklagt)
    • beschuldigen verbo (beschuldige, beschuldigst, beschuldigt, beschuldigte, beschuldigtet, beschuldigt)
    • anschuldigen verbo (schuldige an, schuldigst an, schuldigt an, schuldigte an, schuldigtet an, angeschuldigt)

Conjugaciones de chargeren:

o.t.t.
  1. chargeer
  2. chargeert
  3. chargeert
  4. chargeren
  5. chargeren
  6. chargeren
o.v.t.
  1. chargeerde
  2. chargeerde
  3. chargeerde
  4. chargeerden
  5. chargeerden
  6. chargeerden
v.t.t.
  1. heb gechargeerd
  2. hebt gechargeerd
  3. heeft gechargeerd
  4. hebben gechargeerd
  5. hebben gechargeerd
  6. hebben gechargeerd
v.v.t.
  1. had gechargeerd
  2. had gechargeerd
  3. had gechargeerd
  4. hadden gechargeerd
  5. hadden gechargeerd
  6. hadden gechargeerd
o.t.t.t.
  1. zal chargeren
  2. zult chargeren
  3. zal chargeren
  4. zullen chargeren
  5. zullen chargeren
  6. zullen chargeren
o.v.t.t.
  1. zou chargeren
  2. zou chargeren
  3. zou chargeren
  4. zouden chargeren
  5. zouden chargeren
  6. zouden chargeren
en verder
  3. is gechargeerd
  6. zijn gechargeerd
diversen
  1. chargeer!
  2. chargeert!
  5. gechargeerd
  6. chargerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for chargeren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
anklagen chargeren; overdrijven aanklagen; beschuldigen; betichten; incrimineren; ten laste leggen; tenlaste leggen; verdacht maken; verdenken
anschuldigen chargeren; overdrijven tenlaste leggen
beschuldigen chargeren; overdrijven beschuldigen; betichten; incrimineren; tenlaste leggen; verdacht maken; verdenken

Wiktionary: chargeren

chargeren
verb
  1. met kracht aanvallen, een charge uitvoeren
  2. iets overdreven voorstellen om iemand of iets belachelijk te maken
  3. overdrijven (in een toneelrol)
  4. overdrijven (zonder speciale bedoeling)
  5. bezwarende verklaaringen voor iemand afleggen

Traducciones automáticas externas:






Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0781 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos