Resumen
Neerlandés a alemán: más información...
- geregeld:
- regelen:
-
Wiktionary:
- geregeld → regelmäßig
- geregeld → akkurat, genau, sorgfältig, ordentlich, pünktlich, richtig, exakt, präzis
- regelen → ordnen, aufstellen, systematisieren, arrangieren, umgehen, behandeln, reglen, regeln, anbequemen, anpassen, angleichen, einrichten, anordnen, veranstalten, in Ordnung bringen, zurechtmachen, herrichten, organisieren, vorbereiten, machen, bearbeiten, ausrichten, abwickeln, erledigen, übereinkommen, stimmen, einstellen, disponieren, verfügen, walten, zu seiner Verfügung haben, bestimmen, planen, berichtigen, führen, leiten, lenken
Neerlandés
Traducciones detalladas de geregeld de neerlandés a alemán
geregeld:
-
geregeld (regulier; regelmatig; op vaste tijden)
regulär; regelmäßig; normal; reglär; ständig; durchgehend; gewohnt; gewöhnlich; durchweg-
regulär adj.
-
regelmäßig adj.
-
normal adj.
-
reglär adj.
-
ständig adj.
-
durchgehend adj.
-
gewohnt adj.
-
gewöhnlich adj.
-
durchweg adj.
-
-
geregeld (georganiseerd)
organisiert-
organisiert adj.
-
-
geregeld (met vast ritme; regelmatig)
Translation Matrix for geregeld:
Sinónimos de "geregeld":
Antónimos de "geregeld":
Definiciones relacionadas de "geregeld":
Wiktionary: geregeld
geregeld
Cross Translation:
adjective
-
in festen örtlichen oder zeitlichen Abständen wiederholen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• geregeld | → akkurat; genau; sorgfältig; ordentlich; pünktlich; richtig; exakt; präzis | ↔ régulier — Qui a de la régularité, qui est conforme à des règles, soit naturelles, soit de convention ; qui est constant, uniforme. |
geregeld forma de regelen:
-
regelen (iets op touw zetten; arrangeren)
regeln; organisieren; einrichten; veranstalten; anordnen; bauen; ausrichten; aufstellen; herrichten; aufbauen; erbauen; deichseln; errichten-
organisieren verbo (organisiere, organisierst, organisiert, organisierte, organisiertet, organisiert)
-
veranstalten verbo (veranstalte, veranstaltest, veranstaltet, veranstaltete, veranstaltetet, veranstaltet)
-
regelen (schikken)
-
regelen (arrangeren; afspreken; bedisselen)
regeln; organisieren; regulieren; steuern; ordnen-
organisieren verbo (organisiere, organisierst, organisiert, organisierte, organisiertet, organisiert)
-
regelen (afstemmen; bijstellen; afstellen)
-
regelen (in orde maken; klaren; afdoen)
Conjugaciones de regelen:
o.t.t.
- regel
- regelt
- regelt
- regelen
- regelen
- regelen
o.v.t.
- regelde
- regelde
- regelde
- regelden
- regelden
- regelden
v.t.t.
- heb geregeld
- hebt geregeld
- heeft geregeld
- hebben geregeld
- hebben geregeld
- hebben geregeld
v.v.t.
- had geregeld
- had geregeld
- had geregeld
- hadden geregeld
- hadden geregeld
- hadden geregeld
o.t.t.t.
- zal regelen
- zult regelen
- zal regelen
- zullen regelen
- zullen regelen
- zullen regelen
o.v.t.t.
- zou regelen
- zou regelen
- zou regelen
- zouden regelen
- zouden regelen
- zouden regelen
en verder
- is geregeld
diversen
- regel!
- regelt!
- geregeld
- regelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het regelen (organiseren)
-
het regelen (inregelen; afstemmen; instellen; afstellen)
Translation Matrix for regelen:
Palabras relacionadas con "regelen":
Definiciones relacionadas de "regelen":
Wiktionary: regelen
Cross Translation:
Traducciones automáticas externas: