Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. grillen:
  2. gril:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de grillen de neerlandés a alemán

grillen:

grillen verbo (gril, grilt, grilde, grilden, gegrild)

  1. grillen (barbecuen; roosteren; grilleren)

Conjugaciones de grillen:

o.t.t.
  1. gril
  2. grilt
  3. grilt
  4. grillen
  5. grillen
  6. grillen
o.v.t.
  1. grilde
  2. grilde
  3. grilde
  4. grilden
  5. grilden
  6. grilden
v.t.t.
  1. heb gegrild
  2. hebt gegrild
  3. heeft gegrild
  4. hebben gegrild
  5. hebben gegrild
  6. hebben gegrild
v.v.t.
  1. had gegrild
  2. had gegrild
  3. had gegrild
  4. hadden gegrild
  5. hadden gegrild
  6. hadden gegrild
o.t.t.t.
  1. zal grillen
  2. zult grillen
  3. zal grillen
  4. zullen grillen
  5. zullen grillen
  6. zullen grillen
o.v.t.t.
  1. zou grillen
  2. zou grillen
  3. zou grillen
  4. zouden grillen
  5. zouden grillen
  6. zouden grillen
en verder
  1. is gegrild
  2. zijn gegrild
diversen
  1. gril!
  2. grilt!
  3. gegrild
  4. grillend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for grillen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
grillen barbecuen; grillen; grilleren; roosteren

Palabras relacionadas con "grillen":


Wiktionary: grillen


Cross Translation:
FromToVia
grillen grillen barbecue — to grill
grillen braten roast — to cook food by heating in an oven or fire
grillen toasten; rösten toast — to lightly cook in a kitchen appliance

gril:

gril [de ~ (m)] sustantivo

  1. de gril (nuk; luim; kuur; bui)
    die Laune; die Grille

Translation Matrix for gril:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
Grille bui; gril; kuur; luim; nuk krekel
Laune bui; gril; kuur; luim; nuk bui; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; impuls; luim; opwelling; prikkel; stemming

Palabras relacionadas con "gril":


Wiktionary: gril


Cross Translation:
FromToVia
gril Laune; Grille whim — fanciful impulse