Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. inzenden:


Neerlandés

Traducciones detalladas de inzenden de neerlandés a alemán

inzenden:

inzenden verbo (zend in, zendt in, zond in, zonden in, ingezonden)

  1. inzenden (insturen)
    einsenden; einschicken
    • einsenden verbo (sende ein, sendest ein, sendet ein, sendete ein, sendetet ein, eingesendet)
    • einschicken verbo (schicke ein, schickst ein, schickt ein, schickte ein, schicktet ein, eingeschickt)

Conjugaciones de inzenden:

o.t.t.
  1. zend in
  2. zendt in
  3. zendt in
  4. zenden in
  5. zenden in
  6. zenden in
o.v.t.
  1. zond in
  2. zond in
  3. zond in
  4. zonden in
  5. zonden in
  6. zonden in
v.t.t.
  1. heb ingezonden
  2. hebt ingezonden
  3. heeft ingezonden
  4. hebben ingezonden
  5. hebben ingezonden
  6. hebben ingezonden
v.v.t.
  1. had ingezonden
  2. had ingezonden
  3. had ingezonden
  4. hadden ingezonden
  5. hadden ingezonden
  6. hadden ingezonden
o.t.t.t.
  1. zal inzenden
  2. zult inzenden
  3. zal inzenden
  4. zullen inzenden
  5. zullen inzenden
  6. zullen inzenden
o.v.t.t.
  1. zou inzenden
  2. zou inzenden
  3. zou inzenden
  4. zouden inzenden
  5. zouden inzenden
  6. zouden inzenden
en verder
  1. is ingezonden
diversen
  1. zend in!
  2. zendt in!
  3. ingezonden
  4. inzendend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inzenden:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
einschicken insturen; inzenden opsturen; posten; sturen; toezenden; verzenden; wegsturen; wegzenden
einsenden insturen; inzenden afgeven; erop achteruitgaan; geld inleveren; inleveren; opsturen; overhandigen; posten; sturen; toezenden; verzenden; wegsturen; wegzenden