Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. knik:
  2. knikken:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de knik de neerlandés a alemán

knik:

knik [de ~ (m)] sustantivo

  1. de knik (knak)
    der Knacks; der Bruch
  2. de knik (strubbeling)
    die Schererei

Translation Matrix for knik:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
Bruch knak; knik afval; barst; breken; breuk; breukgetal; fractuur; groeve; krak; mijnschacht; ontwarring; rotzooi; scheiding; scheur; segregatie; verbreking; vuilnis
Knacks knak; knik knauw
Schererei knik; strubbeling chagrijn; ergernis; geklieder; gelazer; kliederen; moeilijkheid; narigheden; narigheid; ongemakken; ongerieven; penarie; probleem; problemen; trammelant

Palabras relacionadas con "knik":


Wiktionary: knik


Cross Translation:
FromToVia
knik Neigung inclination — physical tilt or bend
knik Kopfnicken nod — instance of moving one's head

knik forma de knikken:

knikken verbo (knik, knikt, knikte, knikten, geknikt)

  1. knikken (jaknikken)

Conjugaciones de knikken:

o.t.t.
  1. knik
  2. knikt
  3. knikt
  4. knikken
  5. knikken
  6. knikken
o.v.t.
  1. knikte
  2. knikte
  3. knikte
  4. knikten
  5. knikten
  6. knikten
v.t.t.
  1. heb geknikt
  2. hebt geknikt
  3. heeft geknikt
  4. hebben geknikt
  5. hebben geknikt
  6. hebben geknikt
v.v.t.
  1. had geknikt
  2. had geknikt
  3. had geknikt
  4. hadden geknikt
  5. hadden geknikt
  6. hadden geknikt
o.t.t.t.
  1. zal knikken
  2. zult knikken
  3. zal knikken
  4. zullen knikken
  5. zullen knikken
  6. zullen knikken
o.v.t.t.
  1. zou knikken
  2. zou knikken
  3. zou knikken
  4. zouden knikken
  5. zouden knikken
  6. zouden knikken
diversen
  1. knik!
  2. knikt!
  3. geknikt
  4. knikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for knikken:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
ja knicken jaknikken; knikken

Palabras relacionadas con "knikken":


Definiciones relacionadas de "knikken":

  1. hoofd op en neer bewegen om ja te zeggen of te groeten1
    • de leraar knikte dat het goed was1

Wiktionary: knikken


Cross Translation:
FromToVia
knikken nicken nod — incline the head up and down