Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/alemán ->Traducir leden

Traducir leden de neerlandés a alemán

Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. leden:
  2. lijden:
  3. Wiktionary:

Neerlandés

Traducciones detalladas de leden de neerlandés a alemán

leden:

leden [de ~] sustantivo, plural

  1. de leden
    Mitglieder; der Teilnehmer

Translation Matrix for leden:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
Mitglieder leden
Teilnehmer leden abonnee; cursiste; deelnemer; deelnemer aan vergadering; genodigde; participant

Wiktionary: leden

leden
noun
  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord lid

leden forma de lijden:

lijden verbo (lijd, lijdt, leed, leden, geleden)

  1. lijden
    leiden; ertragen; schmachten
    • leiden verbo (leide, leidest, leidet, litt, littet, gelitten)
    • ertragen verbo (ertrage, erträgst, erträgt, ertrug, ertrugt, ertragen)
    • schmachten verbo (schmachte, schmachtest, schmachtet, schmachtete, schmachtetet, geschmachtet)

Conjugaciones de lijden:

o.t.t.
  1. lijd
  2. lijdt
  3. lijdt
  4. lijden
  5. lijden
  6. lijden
o.v.t.
  1. leed
  2. leed
  3. leed
  4. leden
  5. leden
  6. leden
v.t.t.
  1. heb geleden
  2. hebt geleden
  3. heeft geleden
  4. hebben geleden
  5. hebben geleden
  6. hebben geleden
v.v.t.
  1. had geleden
  2. had geleden
  3. had geleden
  4. hadden geleden
  5. hadden geleden
  6. hadden geleden
o.t.t.t.
  1. zal lijden
  2. zult lijden
  3. zal lijden
  4. zullen lijden
  5. zullen lijden
  6. zullen lijden
o.v.t.t.
  1. zou lijden
  2. zou lijden
  3. zou lijden
  4. zouden lijden
  5. zouden lijden
  6. zouden lijden
diversen
  1. lijd!
  2. lijdt!
  5. geleden
  6. lijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

lijden [het ~] sustantivo

  1. het lijden
    Leiden

Translation Matrix for lijden:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
Leiden lijden bezwaar; grief; het klagen; klacht; kwaal; kwaaltje; ongemak; slepende ziekte; stoornis; ziekte
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
ertragen lijden doorleven; doorstaan; dragen; dulden; harden; obstructie plegen; uithouden; uitzingen; verdragen; verduren; verteren; volhouden
leiden lijden doorleven; doorstaan; laten; permitteren; toelaten; verdragen; verduren; verteren
schmachten lijden hopen; kwijnen; kwijnend verlangen; smachten; snakken; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen

Definiciones relacionadas de "lijden":

  1. er last van hebben1
    • hij lijdt aan hoofdpijn1
  2. er verdriet van hebben1
    • zij leed erg onder de ruzie met haar vriend1
  3. iets ergs voelen1
    • hij lijdt veel pijn1
  4. wel leuk vinden1
    • ik mag hem wel lijden1

Wiktionary: lijden

lijden
verb
  1. starke psychische oder physische Schmerzen verspüren
Cross Translation:
FromToVia
• lijden → Agonie; Kreuz; Todesangst ↔ anguish — extreme pain
• lijden → leiden ↔ suffer — to undergo hardship
• lijden → leiden ↔ suffer — to feel pain
• lijden → Leiden ↔ suffering — condition
• lijden → aushalten; dulden; erdulden; ertragen; leiden; erleiden ↔ endurer — souffrir, supporter avec fermeté, constance.
• lijden → Leiden ↔ souffrance — douleur physique ou morale, état de celui, de celle qui souffrir.
• lijden → annehmen; akzeptieren; entgegennehmen; im Empfang nehmen; aufnehmen; auf sich nehmen; sich gefallen lassen; hinnehmen; eingehen auf; einwilligen in; aushalten; dulden; erdulden; ertragen; leiden; erleiden ↔ souffrir — sentir de la douleur.

Traducciones automáticas externas:






Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0318 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos