Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
abheben
|
beginnen; intreden; inzetten; op gang komen
|
de hoogte ingaan; in de lucht omhoogstijgen; lenen; omhoogkomen; ontlenen; opstijgen; opvliegen; stijgen
|
anfangen
|
beginnen; intreden; inzetten; op gang komen
|
aanbinden; aanbreken; aangaan; aanknopen; aanvangen; beginnen; een begin nemen; introduceren; kennis laten maken; mobiliseren; ondernemen; starten; van start gaan; voorstellen
|
anheben
|
beginnen; intreden; inzetten; op gang komen
|
aanvangen; beginnen; heffen; lichten; naar boven tillen; omhoog brengen; omhoog doen; omhoogheffen; opheffen; optillen; starten; tillen; van start gaan
|
antreten
|
beginnen; intreden; inzetten; op gang komen
|
aanstampen; aantreden; toetreden; vaststampen; vasttreden
|
beginnen
|
beginnen; intreden; inzetten; op gang komen
|
aanbinden; aangaan; aanknopen; aannemen; aanvaarden; aanvangen; accepteren; beginnen; in ontvangst nemen; introduceren; kennis laten maken; ondernemen; ontvangen; starten; van start gaan; voorstellen
|
einsetzen
|
beginnen; intreden; inzetten; op gang komen
|
aangrijpen; aanstellen; aanvangen; aanwenden; afstemmen; beginnen; benoemen; benutten; bezigen; gebruik maken van; gebruiken; hanteren; in functie aanstellen; inaugureren; inhuldigen; inklinken; inrichten; installeren; instellen; introduceren; invoegen; inwijden; inzet tonen; inzetten; kennis laten maken; mobiliseren; overgaan op nieuwe rijbaan; plaatsen; plechtig bevestigen; posten; posteren; starten; stationeren; toepassen; tussen zetten; van start gaan; verwedden; voorstellen; wedden
|
starten
|
beginnen; intreden; inzetten; op gang komen
|
aanbinden; aangaan; aanknopen; aannemen; aanvaarden; aanvangen; accepteren; afstemmen; beginnen; bouwen; construeren; in ontvangst nemen; instellen; omhoogkomen; ondernemen; ontvangen; opstarten; opstijgen; opvliegen; starten; van start gaan
|