Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
Ausbilder
|
leerkracht; leraar; leraar op basisschool; meester; onderwijzer; pedant; schoolmeester
|
instructeur; instructeurs; leermeester; leermeesters; oefenmeester; opleider; opleiders; opleidster; opvoeders
|
Dandy
|
dandy; fat; kwast; pedant
|
|
Erzieher
|
leerkracht; leraar; leraar op basisschool; meester; onderwijzer; pedant; schoolmeester
|
opvoeder; opvoeders
|
Herr Lehrer
|
leerkracht; leraar; leraar op basisschool; meester; onderwijzer; pedant; schoolmeester
|
|
Lehrer
|
leerkracht; leraar; leraar op basisschool; meester; onderwijzer; pedant; schoolmeester
|
docent; instructeur; leermeester; leraar; oefenmeester; opleider; opvoeder
|
Lehrkraft
|
leerkracht; leraar; leraar op basisschool; meester; onderwijzer; pedant; schoolmeester
|
docent; instructeur; leerkracht; leermeester; leraar; onderwijskracht
|
Lehrmeister
|
leerkracht; leraar; leraar op basisschool; meester; onderwijzer; pedant; schoolmeester
|
instructeurs; leermeesters; opleidster
|
Schulmeister
|
leerkracht; leraar; leraar op basisschool; meester; onderwijzer; pedant; schoolmeester
|
docenten; leraren; meesters; onderwijzers; schoolmeesters
|
Modifier | Traducciones relacionadas | Other Translations |
anmaßend
|
belerend; frikkerig; ingebeeld; pedant; schoolmeesterachtig; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
aanmatigend; arrogant; fier; flink; glorieus; groots; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; ijdel; ingebeeld; kwasterig; neerbuigend; nuffig; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; prat; respectloos; trots; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
belehrend
|
belerend; frikkerig; ingebeeld; pedant; schoolmeesterachtig; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
belerend; meesterachtig; schoolmeesterachtig
|
besserwisserische
|
betweterig; frikkig; pedant
|
|
pedantisch
|
betweterig; frikkig; pedant
|
|
schulmeisterhaft
|
belerend; betweterig; frikkerig; frikkig; ingebeeld; pedant; schoolmeesterachtig; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
|
schulmeisterlich
|
belerend; betweterig; frikkerig; frikkig; ingebeeld; pedant; schoolmeesterachtig; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
|
|