Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. popelen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de popelen de neerlandés a alemán

popelen:

popelen verbo (popel, popelt, popelde, popelden, gepopeld)

  1. popelen
    unruhig warten auf etwas; brennen; klopfen

Conjugaciones de popelen:

o.t.t.
  1. popel
  2. popelt
  3. popelt
  4. popelen
  5. popelen
  6. popelen
o.v.t.
  1. popelde
  2. popelde
  3. popelde
  4. popelden
  5. popelden
  6. popelden
v.t.t.
  1. heb gepopeld
  2. hebt gepopeld
  3. heeft gepopeld
  4. hebben gepopeld
  5. hebben gepopeld
  6. hebben gepopeld
v.v.t.
  1. had gepopeld
  2. had gepopeld
  3. had gepopeld
  4. hadden gepopeld
  5. hadden gepopeld
  6. hadden gepopeld
o.t.t.t.
  1. zal popelen
  2. zult popelen
  3. zal popelen
  4. zullen popelen
  5. zullen popelen
  6. zullen popelen
o.v.t.t.
  1. zou popelen
  2. zou popelen
  3. zou popelen
  4. zouden popelen
  5. zouden popelen
  6. zouden popelen
diversen
  1. popel!
  2. popelt!
  3. gepopeld
  4. popelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for popelen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
brennen popelen aanblazen; aanstoken; aanwakkeren; blakeren; branden; distilleren; oppoken; opstoken; poken; stoken; verschroeien; verzengen; zengen
klopfen popelen aankloppen; aantikken; kloppen; tikken
unruhig warten auf etwas popelen