Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. stoten op:


Neerlandés

Traducciones detalladas de stoten op de neerlandés a alemán

stoten op:

stoten op verbo (stoot op, stootte op, stootten op, gestoten op)

  1. stoten op (botsen; op elkaar stoten; aanrijden; op elkaar knallen)
    stoßen; kollidieren; zusammenprallen; zusammenstoßen
    • stoßen verbo (stoße, stößt, stieß, stießt, gestoßen)
    • kollidieren verbo (kollidiere, kollidierst, kollidiert, kollidierte, kollidiertet, kollidiert)
    • zusammenprallen verbo (pralle zusammen, prallst zusammen, prallt zusammen, prallte zusammen, pralltet zusammen, zusammengeprallt)
    • zusammenstoßen verbo (stoße zusammen, stößest zusammen, stößt zusammen, stieß zusammen, stießet zusammen, zusammengestoßen)

Conjugaciones de stoten op:

o.t.t.
  1. stoot op
  2. stoot op
  3. stoot op
  4. stoten op
  5. stoten op
  6. stoten op
o.v.t.
  1. stootte op
  2. stootte op
  3. stootte op
  4. stootten op
  5. stootten op
  6. stootten op
v.t.t.
  1. heb gestoten op
  2. hebt gestoten op
  3. heeft gestoten op
  4. hebben gestoten op
  5. hebben gestoten op
  6. hebben gestoten op
v.v.t.
  1. had gestoten op
  2. had gestoten op
  3. had gestoten op
  4. hadden gestoten op
  5. hadden gestoten op
  6. hadden gestoten op
o.t.t.t.
  1. zal stoten op
  2. zult stoten op
  3. zal stoten op
  4. zullen stoten op
  5. zullen stoten op
  6. zullen stoten op
o.v.t.t.
  1. zou stoten op
  2. zou stoten op
  3. zou stoten op
  4. zouden stoten op
  5. zouden stoten op
  6. zouden stoten op
en verder
  1. ben gestoten op
  2. bent gestoten op
  3. is gestoten op
  4. zijn gestoten op
  5. zijn gestoten op
  6. zijn gestoten op
diversen
  1. stoot op!
  2. stoott op!
  3. gestoten op
  4. stotend op
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for stoten op:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
kollidieren aanrijden; botsen; op elkaar knallen; op elkaar stoten; stoten op
stoßen aanrijden; botsen; op elkaar knallen; op elkaar stoten; stoten op aanduwen; direct leiden; een por geven; heen en weer bewegen; hengsten; keihard trappen; porren; rammen; schoppen; schudden; stompen; stoten; toesteken; toestoten; trappen; trappen geven; vastlopen
zusammenprallen aanrijden; botsen; op elkaar knallen; op elkaar stoten; stoten op op elkaar botsen
zusammenstoßen aanrijden; botsen; op elkaar knallen; op elkaar stoten; stoten op op elkaar botsen

Traducciones relacionadas de stoten op