Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. struis:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de struis de neerlandés a alemán

struis:

struis [de ~ (m)] sustantivo

  1. de struis (struisvogel)
    der Straußvogel

Translation Matrix for struis:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
Straußvogel struis; struisvogel
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
dick fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd banaal; corpulent; dik; gezet; grof; in details; laag-bij-de-grond; lijvig; lomp; moddervet; omvangrijk; plat; platvloers; schunnig; triviaal; uitgewerkt; vet; volumineus; vunzig; zwaar van lijf; zwaarlijvig
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
korpulent fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd corpulent; dik; gezet; lijvig; omvangrijk; vet; volumineus; zwaar van lijf; zwaarlijvig
kräftig gebaut fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd

Palabras relacionadas con "struis":

  • struisheid, struisen, struise

Wiktionary: struis


Cross Translation:
FromToVia
struis Strauß autruche — Oiseau
struis fest; befestigt; haltbar; wiederstandsfähig robuste — Qui est fort, vigoureux, résistant.