Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. terugroep:
  2. terugroepen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de terugroep de neerlandés a alemán

terugroep:

terugroep [znw.] sustantivo

  1. terugroep
    die Abberufung

Translation Matrix for terugroep:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
Abberufung terugroep herinnering; heugenis

Palabras relacionadas con "terugroep":


terugroepen:

terugroepen verbo (roep terug, roept terug, riep terug, riepen terug, teruggeroepen)

  1. terugroepen (herroepen)
    widerrufen; zurücknehmen
    • widerrufen verbo (widerrufe, widerrufst, widerruft, widerrief, widerrieft, widerrufen)
    • zurücknehmen verbo (nehme zurück, nimmst zurück, nimmt zurück, nahm zurück, nahmt zurück, zurückgenommen)
  2. terugroepen (terughalen)
    zurückrufen
    • zurückrufen verbo (rufe zurück, rufst zurück, ruft zurück, rief zurück, rieft zurück, zurückgerufen)

Conjugaciones de terugroepen:

o.t.t.
  1. roep terug
  2. roept terug
  3. roept terug
  4. roepen terug
  5. roepen terug
  6. roepen terug
o.v.t.
  1. riep terug
  2. riep terug
  3. riep terug
  4. riepen terug
  5. riepen terug
  6. riepen terug
v.t.t.
  1. heb teruggeroepen
  2. hebt teruggeroepen
  3. heeft teruggeroepen
  4. hebben teruggeroepen
  5. hebben teruggeroepen
  6. hebben teruggeroepen
v.v.t.
  1. had teruggeroepen
  2. had teruggeroepen
  3. had teruggeroepen
  4. hadden teruggeroepen
  5. hadden teruggeroepen
  6. hadden teruggeroepen
o.t.t.t.
  1. zal terugroepen
  2. zult terugroepen
  3. zal terugroepen
  4. zullen terugroepen
  5. zullen terugroepen
  6. zullen terugroepen
o.v.t.t.
  1. zou terugroepen
  2. zou terugroepen
  3. zou terugroepen
  4. zouden terugroepen
  5. zouden terugroepen
  6. zouden terugroepen
en verder
  1. ben teruggeroepen
  2. bent teruggeroepen
  3. is teruggeroepen
  4. zijn teruggeroepen
  5. zijn teruggeroepen
  6. zijn teruggeroepen
diversen
  1. roep terug!
  2. roept terug!
  3. teruggeroepen
  4. terugroepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

terugroepen [znw.] sustantivo

  1. terugroepen
    Zurückrufen

Translation Matrix for terugroepen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
Zurückrufen terugroepen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
widerrufen herroepen; terugroepen herroepen; intrekken; nullificeren; ondervangen; opheffen; teniet doen; terugkomen op; terugnemen; verijdelen; vernietigen; zijn woorden terugnemen
zurücknehmen herroepen; terugroepen bedwingen; beteugelen; herroepen; in bedwang houden; intrekken; terugkomen op; terugnemen; zijn woorden terugnemen
zurückrufen terughalen; terugroepen herroepen; intrekken; terugbellen; terugkomen op; terugnemen

Palabras relacionadas con "terugroepen":