Neerlandés

Traducciones detalladas de terugwijken de neerlandés a alemán

terugwijken:

terugwijken verbo (wijk terug, wijkt terug, week terug, weken terug, teruggeweken)

  1. terugwijken (terugdeinzen; achteruitgaan; terugschrikken; achteruitdeinzen)
    zurückzucken; zurückfahren; zurückschrecken; zurückscheuen; zurückprallen; zurückzaudern
    • zurückfahren verbo (fahre zurück, fährst zurück, fährt zurück, fuhr zurück, fuhret zurück, zurückgefahren)
    • zurückschrecken verbo (schrecke zurück, schreckst zurück, schreckt zurück, schreckte zurück, schrecktet zurück, zurückgeschreckt)
    • zurückprallen verbo (pralle zurück, prallst zurück, prallt zurück, prallte zurück, pralltet zurück, zurückgeprallt)

Conjugaciones de terugwijken:

o.t.t.
  1. wijk terug
  2. wijkt terug
  3. wijkt terug
  4. wijken terug
  5. wijken terug
  6. wijken terug
o.v.t.
  1. week terug
  2. week terug
  3. week terug
  4. weken terug
  5. weken terug
  6. weken terug
v.t.t.
  1. ben teruggeweken
  2. bent teruggeweken
  3. is teruggeweken
  4. zijn teruggeweken
  5. zijn teruggeweken
  6. zijn teruggeweken
v.v.t.
  1. was teruggeweken
  2. was teruggeweken
  3. was teruggeweken
  4. waren teruggeweken
  5. waren teruggeweken
  6. waren teruggeweken
o.t.t.t.
  1. zal terugwijken
  2. zult terugwijken
  3. zal terugwijken
  4. zullen terugwijken
  5. zullen terugwijken
  6. zullen terugwijken
o.v.t.t.
  1. zou terugwijken
  2. zou terugwijken
  3. zou terugwijken
  4. zouden terugwijken
  5. zouden terugwijken
  6. zouden terugwijken
diversen
  1. wijk terug!
  2. wijkt terug!
  3. teruggeweken
  4. terugwijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for terugwijken:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
zurückfahren achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken terugreizen; terugrijden
zurückprallen achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken afstuiten; terugspringen; terugstuiten
zurückscheuen achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken
zurückschrecken achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken schromen
zurückzaudern achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken
zurückzucken achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken

Traducciones automáticas externas: