Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. toen:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for toen:
    • derzeit


Neerlandés

Traducciones detalladas de toen de neerlandés a alemán

toen:

toen adj.

  1. toen
    damals; als; von da an
  2. toen (destijds; toentertijd; indertijd; toenmaals)
    damals; da; ehemalig; damalig

Translation Matrix for toen:

AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
- verder
AdverbTraducciones relacionadasOther Translations
- daarna; dan; vervolgens
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
als toen als; dan; naar; zoals
da destijds; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd aangezien; aldaar; alsdan; daar; daarginds; ginder; ginds; immers; naar; omdat; tzp; vermits; zoals
damalig destijds; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd
damals destijds; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd toendertijd; weleer
ehemalig destijds; indertijd; toen; toenmaals; toentertijd eermaals; ex; geweest; gewezen; toenmalig; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere
von da an toen sedert; sinds; vanaf het moment dat

Sinónimos de "toen":


Antónimos de "toen":


Definiciones relacionadas de "toen":

  1. na dat andere1
    • eerst trok ik mijn shirt aan en toen mijn trui1
  2. op dat ogenblik, in die tijd1
    • toen droegen we korte rokken1
  3. tijdstip in het verleden1
    • vroeger, toen we nog vaak konden schaatsen1

Wiktionary: toen

toen
conjunction
  1. op het tijdstip dat
adverb
  1. op of na dat tijdstip
  2. in een vervlogen tijd
toen
adverb
  1. rückbezügliches Adverb, das eine Schlussfolgerung aus einem vorgenannten Sachverhalt bezeichnet
  2. zu einem späteren Zeitpunkt oder einer späteren Zeitspanne in der baldigen Zukunft
  3. referenziert einen zurückliegenden Zeitpunkt oder eine zurückliegende Zeitspanne
  1. die Zeitfolge betreffend

Cross Translation:
FromToVia
toen dann; damals then — at that time
toen dann; danach; anschließend then — soon afterward
toen als when — at a time in the past

Traducciones relacionadas de toen