Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. uitnemen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de uitnemen de neerlandés a alemán

uitnemen:

uitnemen [znw.] sustantivo

  1. uitnemen
    Ausnehmen

uitnemen verbo (neem uit, neemt uit, nam uit, namen uit, uitgenomen)

  1. uitnemen
    herausnehmen
    • herausnehmen verbo (nehme heraus, nimmst heraus, nimmt heraus, nahm heraus, nahmt heraus, herausgenommen)

Conjugaciones de uitnemen:

o.t.t.
  1. neem uit
  2. neemt uit
  3. neemt uit
  4. nemen uit
  5. nemen uit
  6. nemen uit
o.v.t.
  1. nam uit
  2. nam uit
  3. nam uit
  4. namen uit
  5. namen uit
  6. namen uit
v.t.t.
  1. heb uitgenomen
  2. hebt uitgenomen
  3. heeft uitgenomen
  4. hebben uitgenomen
  5. hebben uitgenomen
  6. hebben uitgenomen
v.v.t.
  1. had uitgenomen
  2. had uitgenomen
  3. had uitgenomen
  4. hadden uitgenomen
  5. hadden uitgenomen
  6. hadden uitgenomen
o.t.t.t.
  1. zal uitnemen
  2. zult uitnemen
  3. zal uitnemen
  4. zullen uitnemen
  5. zullen uitnemen
  6. zullen uitnemen
o.v.t.t.
  1. zou uitnemen
  2. zou uitnemen
  3. zou uitnemen
  4. zouden uitnemen
  5. zouden uitnemen
  6. zouden uitnemen
en verder
  1. ben uitgenomen
  2. bent uitgenomen
  3. is uitgenomen
  4. zijn uitgenomen
  5. zijn uitgenomen
  6. zijn uitgenomen
diversen
  1. neem uit!
  2. neemt uit!
  3. uitgenomen
  4. uitnemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitnemen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
Ausnehmen uitnemen uitkleden
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
herausnehmen uitnemen eruit nemen; ledigen; leeghalen; leegmaken; legen; lenen; loshalen; naar buiten halen; ontlenen; uithalen