Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. verbaliseren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de verbaliseren de neerlandés a alemán

verbaliseren:

verbaliseren verbo (verbaliseer, verbaliseert, verbaliseerde, verbaliseerden, verbaliseerd)

  1. verbaliseren (verwoorden; formuleren)
    ausdrücken; formulieren; verbalisieren; in Worte fassen

Conjugaciones de verbaliseren:

o.t.t.
  1. verbaliseer
  2. verbaliseert
  3. verbaliseert
  4. verbaliseren
  5. verbaliseren
  6. verbaliseren
o.v.t.
  1. verbaliseerde
  2. verbaliseerde
  3. verbaliseerde
  4. verbaliseerden
  5. verbaliseerden
  6. verbaliseerden
v.t.t.
  1. heb verbaliseerd
  2. hebt verbaliseerd
  3. heeft verbaliseerd
  4. hebben verbaliseerd
  5. hebben verbaliseerd
  6. hebben verbaliseerd
v.v.t.
  1. had verbaliseerd
  2. had verbaliseerd
  3. had verbaliseerd
  4. hadden verbaliseerd
  5. hadden verbaliseerd
  6. hadden verbaliseerd
o.t.t.t.
  1. zal verbaliseren
  2. zult verbaliseren
  3. zal verbaliseren
  4. zullen verbaliseren
  5. zullen verbaliseren
  6. zullen verbaliseren
o.v.t.t.
  1. zou verbaliseren
  2. zou verbaliseren
  3. zou verbaliseren
  4. zouden verbaliseren
  5. zouden verbaliseren
  6. zouden verbaliseren
diversen
  1. verbaliseer!
  2. verbaliseert!
  3. verbaliseerd
  4. verbaliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verbaliseren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
ausdrücken formuleren; verbaliseren; verwoorden babbelen; formuleren; fraseren; in een formule brengen; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; leegknijpen; persen; praten; snateren; spreken; tot uitdrukking brengen; uitbeelden; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; uitknijpen; uitpersen; verbeelden; verpersonificeren; vertolken; verwoorden; wauwelen; zwammen
formulieren formuleren; verbaliseren; verwoorden articuleren; formuleren; fraseren; in een formule brengen
in Worte fassen formuleren; verbaliseren; verwoorden formuleren; fraseren; in een formule brengen; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; vertolken; verwoorden
verbalisieren formuleren; verbaliseren; verwoorden