Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. verbitteren:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de verbitteren de neerlandés a alemán

verbitteren:

verbitteren verbo (verbitter, verbittert, verbitterde, verbitterden, verbitterd)

  1. verbitteren (vergrammen)
    ärgern; verbittern
    • ärgern verbo (ärgere, ärgerst, ärgert, ärgerte, ärgertet, geärgert)
    • verbittern verbo (verbittere, verbitterst, verbittert, verbitterte, verbittertet, verbittert)

Conjugaciones de verbitteren:

o.t.t.
  1. verbitter
  2. verbittert
  3. verbittert
  4. verbitteren
  5. verbitteren
  6. verbitteren
o.v.t.
  1. verbitterde
  2. verbitterde
  3. verbitterde
  4. verbitterden
  5. verbitterden
  6. verbitterden
v.t.t.
  1. heb verbitterd
  2. hebt verbitterd
  3. heeft verbitterd
  4. hebben verbitterd
  5. hebben verbitterd
  6. hebben verbitterd
v.v.t.
  1. had verbitterd
  2. had verbitterd
  3. had verbitterd
  4. hadden verbitterd
  5. hadden verbitterd
  6. hadden verbitterd
o.t.t.t.
  1. zal verbitteren
  2. zult verbitteren
  3. zal verbitteren
  4. zullen verbitteren
  5. zullen verbitteren
  6. zullen verbitteren
o.v.t.t.
  1. zou verbitteren
  2. zou verbitteren
  3. zou verbitteren
  4. zouden verbitteren
  5. zouden verbitteren
  6. zouden verbitteren
diversen
  1. verbitter!
  2. verbittert!
  3. verbitterd
  4. verbitterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verbitteren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
verbittern verbitteren; vergrammen bitter maken; bitter worden; verbolgen worden
ärgern verbitteren; vergrammen ergeren; irriteren; jennen; op de zenuwen werken; pesten; plagen; sarren; stangen; tarten; tergen; treiteren; uitdagen; vervelen; zieken

Wiktionary: verbitteren

verbitteren
verb
  1. bitter maken