Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. verlengd:
  2. verlengen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de verlengd de neerlandés a alemán

verlengd:

verlengd adj.

  1. verlengd

Translation Matrix for verlengd:

ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
verlängert verlengd slap; waterachtig; waterig

verlengen:

verlengen verbo (verleng, verlengt, verlengde, verlengden, verlengd)

  1. verlengen (duur verlengen; prolongeren)
    verlängern
    • verlängern verbo (verlängere, verlängerst, verlängert, verlängerte, verlängertet, verlängert)
  2. verlengen (uitrekken)
    verlängern; recken; ausdehnen
    • verlängern verbo (verlängere, verlängerst, verlängert, verlängerte, verlängertet, verlängert)
    • recken verbo (recke, reckst, reckt, reckte, recktet, gereckt)
    • ausdehnen verbo (dehne aus, dehnst aus, dehnt aus, dehnte aus, dehntet aus, ausgedehnt)

Conjugaciones de verlengen:

o.t.t.
  1. verleng
  2. verlengt
  3. verlengt
  4. verlengen
  5. verlengen
  6. verlengen
o.v.t.
  1. verlengde
  2. verlengde
  3. verlengde
  4. verlengden
  5. verlengden
  6. verlengden
v.t.t.
  1. heb verlengd
  2. hebt verlengd
  3. heeft verlengd
  4. hebben verlengd
  5. hebben verlengd
  6. hebben verlengd
v.v.t.
  1. had verlengd
  2. had verlengd
  3. had verlengd
  4. hadden verlengd
  5. hadden verlengd
  6. hadden verlengd
o.t.t.t.
  1. zal verlengen
  2. zult verlengen
  3. zal verlengen
  4. zullen verlengen
  5. zullen verlengen
  6. zullen verlengen
o.v.t.t.
  1. zou verlengen
  2. zou verlengen
  3. zou verlengen
  4. zouden verlengen
  5. zouden verlengen
  6. zouden verlengen
diversen
  1. verleng!
  2. verlengt!
  3. verlengd
  4. verlengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verlengen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
ausdehnen uitrekken; verlengen aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; expanderen; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; openen; opzetten; stijgen; talrijker maken; toenemen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; uitzwellen; verbreiden; vergroten; vermeerderen; verruimen; verwijden
recken uitrekken; verlengen rekken; uitstrekken; zich uitrekken
verlängern duur verlengen; prolongeren; uitrekken; verlengen aanlengen; verdunnen; versnijden; verwateren

Wiktionary: verlengen

verlengen
verb
  1. langer maken
  2. langer laten duren

Traducciones automáticas externas: