Resumen


Neerlandés

Traducciones detalladas de verruimen de neerlandés a alemán

verruimen:

verruimen verbo (verruim, verruimt, verruimde, verruimden, verruimd)

  1. verruimen (expanderen; uitbreiden; vermeerderen; )
    ausbreiten; vergrößern; erweitern; expandieren; ausbauen; ausweiten; ausdehnen
    • ausbreiten verbo (breite aus, breitest aus, breitet aus, breitete aus, breitetet aus, ausgebreitet)
    • vergrößern verbo (vergrößere, vergrößerst, vergrößert, vergrößerte, vergrößertet, vergrößert)
    • erweitern verbo (erweitere, erweiterst, erweitert, erweiterte, erweitertet, erweitert)
    • expandieren verbo
    • ausbauen verbo (baue aus, baust aus, baut aus, baute aus, bautet aus, ausgebaut)
    • ausweiten verbo (wiete aus, wietest aus, wietet aus, wietete aus, wietetet aus, ausgeweitet)
    • ausdehnen verbo (dehne aus, dehnst aus, dehnt aus, dehnte aus, dehntet aus, ausgedehnt)

Conjugaciones de verruimen:

o.t.t.
  1. verruim
  2. verruimt
  3. verruimt
  4. verruimen
  5. verruimen
  6. verruimen
o.v.t.
  1. verruimde
  2. verruimde
  3. verruimde
  4. verruimden
  5. verruimden
  6. verruimden
v.t.t.
  1. heb verruimd
  2. hebt verruimd
  3. heeft verruimd
  4. hebben verruimd
  5. hebben verruimd
  6. hebben verruimd
v.v.t.
  1. had verruimd
  2. had verruimd
  3. had verruimd
  4. hadden verruimd
  5. hadden verruimd
  6. hadden verruimd
o.t.t.t.
  1. zal verruimen
  2. zult verruimen
  3. zal verruimen
  4. zullen verruimen
  5. zullen verruimen
  6. zullen verruimen
o.v.t.t.
  1. zou verruimen
  2. zou verruimen
  3. zou verruimen
  4. zouden verruimen
  5. zouden verruimen
  6. zouden verruimen
diversen
  1. verruim!
  2. verruimt!
  3. verruimd
  4. verruimend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verruimen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
ausbauen expanderen; openen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden aanbouwen; afmaken; afwisselen; beteren; bijbouwen; bijwerken; completeren; corrigeren; goedmaken; herstellen; herzien; perfectioneren; renoveren; repareren; talrijker maken; uitbouwen; uitbreiden; veranderen; verbeteren; vergroten; vermeerderen; vervolledigen; vervolmaken; verwisselen; volledig maken; voltooien; wijzigen
ausbreiten expanderen; openen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; breder maken; breed uitmeten; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; opzetten; spreiden; stijgen; talrijker maken; toenemen; uitbreiden; uitweiden; verbreden; vergroten; vermeerderen; verwijden; wijder maken
ausdehnen expanderen; openen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; opzetten; stijgen; talrijker maken; toenemen; uitbreiden; uitdijen; uitrekken; uitzwellen; vergroten; verlengen; vermeerderen
ausweiten expanderen; openen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; omhooggaan; oprekken; opzetten; rekken; stijgen; talrijker maken; toenemen; uitbreiden; vergroten; vermeerderen; verwijden; wijder maken
erweitern expanderen; openen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden breder maken; talrijker maken; uitbreiden; verbreden; vergroten; vermeerderen; verwijden; wijder maken
expandieren expanderen; openen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden
vergrößern expanderen; openen; uitbouwen; uitbreiden; uitdijen; verbreiden; vermeerderen; verruimen; verwijden aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; in-/uitzoomen; inzoomen; omhooggaan; opzetten; stijgen; talrijker maken; toenemen; uitbreiden; vergroten; vermeerderen