Resumen
Neerlandés a alemán:   más información...
  1. villen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de villen de neerlandés a alemán

villen:

villen verbo (vil, vilt, vilde, vilden, gevild)

  1. villen (stropen; afhalen; afstropen; uitbenen)
    enthäuten; abhäuten; abdecken; schinden
    • enthäuten verbo (enthäute, enthäutest, enthäutet, enthäutete, enthäutetet, enthäutet)
    • abhäuten verbo (häute ab, häutest ab, häutet ab, häutete ab, häutetet ab, abgehäutet)
    • abdecken verbo (decke ab, deckst ab, deckt ab, deckte ab, decktet ab, abgedeckt)
    • schinden verbo (schinde, schindst, schindt, schindte, schindtet, geschindet)

Conjugaciones de villen:

o.t.t.
  1. vil
  2. vilt
  3. vilt
  4. villen
  5. villen
  6. villen
o.v.t.
  1. vilde
  2. vilde
  3. vilde
  4. vilden
  5. vilden
  6. vilden
v.t.t.
  1. heb gevild
  2. hebt gevild
  3. heeft gevild
  4. hebben gevild
  5. hebben gevild
  6. hebben gevild
v.v.t.
  1. had gevild
  2. had gevild
  3. had gevild
  4. hadden gevild
  5. hadden gevild
  6. hadden gevild
o.t.t.t.
  1. zal villen
  2. zult villen
  3. zal villen
  4. zullen villen
  5. zullen villen
  6. zullen villen
o.v.t.t.
  1. zou villen
  2. zou villen
  3. zou villen
  4. zouden villen
  5. zouden villen
  6. zouden villen
diversen
  1. vil!
  2. vilt!
  3. gevild
  4. villend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for villen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
abdecken indekken
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
abdecken afhalen; afstropen; stropen; uitbenen; villen afdekken; afruimen; afschermen; afschutten; bergen; beschermen; beschutten; blinderen; indekken; opruimen; overdekken
abhäuten afhalen; afstropen; stropen; uitbenen; villen ontvellen; stropen
enthäuten afhalen; afstropen; stropen; uitbenen; villen jassen; ontvellen; pellen; schillen; stropen
schinden afhalen; afstropen; stropen; uitbenen; villen koeioneren; kwellen; narren; pesten; plagen; sarren; stevig aanpakken; streng behandelen; tarten; tergen; treiteren

Wiktionary: villen

villen
verb
  1. van het vel ontdoen

Cross Translation:
FromToVia
villen häuten skin — to remove the skin of
villen entwenden; stehlen; entblößen; abdecken; entdecken; enthüllen dépouiller — Traductions à trier suivant le sens