Modifier | Traducciones relacionadas | Other Translations |
beträchtlich
|
terdege; wel degelijk
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; eerbiedwekkend; enorm; flink; fors; indrukwekkend; nogal; redelijk; substantieel; tamelijk
|
erheblich
|
terdege; wel degelijk
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; eerbiedwekkend; enorm; flink; fors; indrukwekkend; nogal; redelijk; substantieel; tamelijk
|
gehörig
|
terdege; wel degelijk
|
behoorlijk; behoorlijke; erg; in hoge mate
|
gewiß
|
beslist; echt; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker
|
absoluut; bepaald; beslist; een zekere; geheid; gewis; heus; ongetwijfeld; ronduit; stellig; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
|
sicher
|
beslist; echt; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker
|
absoluut; accuraat; assertief; bepaald; beslist; besluitvaardig; duidelijk; een zekere; feitelijk; ferm; fiks; flagrant; flink; gedecideerd; geheid; gewis; heel zeker; herkenbaar; heus; jazeker; kordaat; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; net; onfeilbaar; ongetwijfeld; onmiskenbaar; onwankelbaar; onwrikbaar; op heterdaad; overduidelijk; pal; precies; resoluut; reëel; ronduit; secuur; standvastig; stellig; stevig; stipt; vast; vast en zeker; vastberaden; vastbesloten; vasthoudend; veilig; volhardend; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker; zelfbewust; zelfverzekerd; zo klaar als een klontje; zonneklaar; zorgvuldig
|
wahrlich
|
beslist; echt; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker
|
zowaar
|
wirklich
|
beslist; echt; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker
|
daadwerkelijk; echt; echte; effectief; eigenlijk; feitelijk; heus; in feite; in werkelijkheid; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk; werkelijke; zowaar
|
ziemlich
|
terdege; wel degelijk
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; behoorlijke; betrekkelijk; eerbiedwekkend; enorm; flink; fors; indrukwekkend; nogal; nogal wat; redelijk; redelijke; relatief; tamelijk; tamelijk veel; tamelijke; vrij veel; vrij wat
|