Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
einordnen
|
plaatsen; situeren; zich afspelen
|
bijzetten; deponeren; inpassen; invoegen; leggen; neerleggen; neerzetten; onderuit halen; overgaan op nieuwe rijbaan; passen in; plaatsen; rangordenen; rangschikken; reglementeren; stationeren; voorsorteren; zetten; zich voegen
|
gruppieren
|
plaatsen; situeren; zich afspelen
|
arrangeren; deponeren; groep; groeperen; indelen; leggen; neerleggen; neerzetten; onderuit halen; ordenen; plaatsen; stationeren; systematiseren; zetten
|
hinstellen
|
plaatsen; situeren; zich afspelen
|
bijzetten; deponeren; leggen; neerleggen; neerzetten; onderuit halen; plaatsen; stationeren; zetten
|
installieren
|
plaatsen; situeren; zich afspelen
|
aanbrengen; aanleggen; afstemmen; deponeren; inrichten; installeren; instellen; leggen; monteren en aansluiten; neerleggen; neerzetten; onderuit halen; plaatsen; posten; posteren; stationeren; zetten
|
räumlich anordnen
|
plaatsen; situeren; zich afspelen
|
|