Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. wegstoppen:
  2. Wiktionary:
    • wegstoppen → hide


Neerlandés

Traducciones detalladas de wegstoppen de neerlandés a inglés

wegstoppen:

wegstoppen verbo (stop weg, stopt weg, stopte weg, stopten weg, weggestopt)

  1. wegstoppen (wegsteken)
    to hide away; to put away; to tuck away; to stash away; to stuff away; to lock up
    • hide away verbo (hides away, hid away, hiding away)
    • put away verbo (puts away, put away, putting away)
    • tuck away verbo (tucks away, tucked away, tucking away)
    • stash away verbo (stashs away, stashed away, stashing away)
    • stuff away verbo (stuffs away, stuffed away, stuffing away)
    • lock up verbo (locks up, locked up, locking up)
  2. wegstoppen (verbergen; achterhouden; verstoppen; verduisteren; verheimelijken)
    to hide; to disguise; to conceal; to hush up; to blur
    • hide verbo (hides, hid, hiding)
    • disguise verbo (disguises, disguised, disguising)
    • conceal verbo (conceals, concealed, concealing)
    • hush up verbo (hushes up, hushed up, hushing up)
    • blur verbo (blurs, blurred, blurring)

Conjugaciones de wegstoppen:

o.t.t.
  1. stop weg
  2. stopt weg
  3. stopt weg
  4. stoppen weg
  5. stoppen weg
  6. stoppen weg
o.v.t.
  1. stopte weg
  2. stopte weg
  3. stopte weg
  4. stopten weg
  5. stopten weg
  6. stopten weg
v.t.t.
  1. heb weggestopt
  2. hebt weggestopt
  3. heeft weggestopt
  4. hebben weggestopt
  5. hebben weggestopt
  6. hebben weggestopt
v.v.t.
  1. had weggestopt
  2. had weggestopt
  3. had weggestopt
  4. hadden weggestopt
  5. hadden weggestopt
  6. hadden weggestopt
o.t.t.t.
  1. zal wegstoppen
  2. zult wegstoppen
  3. zal wegstoppen
  4. zullen wegstoppen
  5. zullen wegstoppen
  6. zullen wegstoppen
o.v.t.t.
  1. zou wegstoppen
  2. zou wegstoppen
  3. zou wegstoppen
  4. zouden wegstoppen
  5. zouden wegstoppen
  6. zouden wegstoppen
diversen
  1. stop weg!
  2. stopt weg!
  3. weggestopt
  4. wegstoppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wegstoppen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
disguise dekmantel; façade; masker; schijn; verkleding; vermomming; voorkomen
hide huid; vel
hush up verberging; verborgene; verheling; verhulling; verzwijging
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
blur achterhouden; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; wegstoppen achterhouden; bedekken; bedoezelen; bemantelen; camoufleren; hullen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen
conceal achterhouden; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; wegstoppen achterhouden; bedekken; bemantelen; camoufleren; hullen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhelen; verhullen; versluieren; verstoppen; verzwijgen
disguise achterhouden; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; wegstoppen achterhouden; bemantelen; camoufleren; in omgeving op laten gaan; verbergen; verbloemen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; verkleden; vermommen; versluieren; verstoppen
hide achterhouden; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; wegstoppen achterhouden; bemantelen; bescherming zoeken; schuilen; toevluchten; uitwijken; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; verschuilen; versluieren; verstoppen; wegkruipen
hide away wegsteken; wegstoppen
hush up achterhouden; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; wegstoppen achterhouden; bemantelen; doodzwijgen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; volkomen negeren
lock up wegsteken; wegstoppen achter de tralies zetten; afdekken; afschermen; afschutten; afsluiten; beschermen; beschutten; dichtdoen; in de cel zetten; opbergen; opsluiten; vastzetten; wegbergen; wegsluiten
put away wegsteken; wegstoppen achterhouden; behouden; bergen; bespreken; bewaren; nuttigen; opbergen; opruimen; opzij leggen; opzijleggen; reis boeken; reserveren; stallen; terughouden; van zich afzetten; vastleggen; verschalken; voorbehouden; wegbergen; wegsluiten; wegzetten
stash away wegsteken; wegstoppen
stuff away wegsteken; wegstoppen
tuck away wegsteken; wegstoppen

Wiktionary: wegstoppen

wegstoppen
verb
  1. (intransitive)
  2. (transitive)