Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. deelbaarheid:
  2. deelbaar:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de deelbaarheid de neerlandés a inglés

deelbaarheid:

deelbaarheid [znw.] sustantivo

  1. deelbaarheid
    the divisibility

Translation Matrix for deelbaarheid:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
divisibility deelbaarheid

Palabras relacionadas con "deelbaarheid":


Wiktionary: deelbaarheid

deelbaarheid
noun
  1. law: concept of separate responsibility

deelbaar:

deelbaar adj.

  1. deelbaar (verdeelbaar)

Translation Matrix for deelbaar:

AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
cleavable deelbaar; verdeelbaar
dividable deelbaar; verdeelbaar kloofbaar; splijtbaar; splitsbaar
divisible deelbaar; verdeelbaar kloofbaar; splijtbaar; splitsbaar

Palabras relacionadas con "deelbaar":


Wiktionary: deelbaar

deelbaar
adjective
  1. Of an integer, that when divided leaves no remainder
  2. Capable of being divided