Neerlandés

Traducciones detalladas de stem- de neerlandés a inglés

stem:

stem [de ~] sustantivo

  1. de stem (kiesstem)
    the vote
    • vote [the ~] sustantivo
  2. de stem
    – geluid dat je maakt met je stembanden 1
    the voice
    – the distinctive quality or pitch or condition of a person's speech 2
    • voice [the ~] sustantivo
      • A shrill voice sounded behind us2

Translation Matrix for stem:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
voice stem stemgeluid
vote kiesstem; stem een stem uitbrengen; keuze; kiezen; stemmen; stemming; waarvoor gestemd wordt
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
voice formuleren; verbaliseren; verwoorden
vote kiezen; stemmen; zijn stem uitbrengen

Palabras relacionadas con "stem":


Definiciones relacionadas de "stem":

  1. geluid dat je maakt met je stembanden1
    • zij heeft een heldere stem1
  2. laten weten waar je voorkeur naar uitgaan1
    • mijn stem gaat naar D661

Wiktionary: stem

stem
noun
  1. het geluid dat door het trillen van de menslijke stembanden wordt geproduceerd
  2. het geluid dat een mens bij het spreken voortbrengt
  3. het geluid dat een mens bij het zingen voortbrengt
  4. een orgelregister
  5. een keuze gemaakt door een stemmer (kiezer) bij een stemming (verkiezing)
stem
adjective
  1. uttered or modulated by the voice
noun
  1. sound uttered by the mouth
  2. -
  3. formalised choice
verb
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
stem voice Stimme — ein mit dem Kehlkopf erzeugter Laut, um sich zu verständigen bzw. sich verständlich zu machen
stem voice StimmeMusik: Tonlage eines Sängers oder Instruments
stem voice StimmeFähigkeit zu Reden und zu Singen
stem vote Stimme — Votum bei Beratungen, Konsens- oder Mehrheitsfindungen

stem- forma de stemmen:

stemmen [het ~] sustantivo

  1. het stemmen (een stem uitbrengen; kiezen)
    the vote
    • vote [the ~] sustantivo

Translation Matrix for stemmen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
vote een stem uitbrengen; kiezen; stemmen keuze; kiesstem; stem; stemming; waarvoor gestemd wordt
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
vote kiezen; stemmen; zijn stem uitbrengen

Palabras relacionadas con "stemmen":


Definiciones relacionadas de "stemmen":

  1. bij verkiezing of vergadering zeggen waar je voor bent1
    • ik stem op geen enkele politieke partij1
  2. een bepaald gevoel geven1
    • de regen stemde hem treurig1
  3. op de juiste toon instellen1
    • wil jij mijn gitaar stemmen?1

Wiktionary: stemmen

stemmen
verb
  1. deelnemen aan een verkiezing
  2. een instrument op de juiste toonhoogte brengen
  3. iemand een bepaald gevoel geven
stemmen
verb
  1. to vote
  2. to modify a musical instrument
  3. assert a formalised choice

Cross Translation:
FromToVia
stemmen tune stimmen — die Tonlage (Stimmlage) eines Instrumentes verändern
stemmen vote stimmen — an einer Wahl bzw. einer Abstimmung aktiv teilnehmen (sie beeinflussen)
stemmen bring into agreement; reconcile; bring into accord; grant accordermettre d’accord.
stemmen tune; attune; have available; have at one’s disposal; arrange; fix up; array disposerarranger, mettre dans l’ordre le plus convenable.
stemmen tune; attune; regulate; regularize; settle; adjust; arrange; put in order; tidy; categorize; collate; order; sort; conduct; direct; guide; head; lead; drive; show the way réglertirer avec la règle des lignes droites sur du papier, du parchemin, du carton, etc. cf|papier réglé.
stemmen vote; poll; ballot élire — Choisir entre plusieurs personnes ou plusieurs choses. (Sens général).


Wiktionary: stem-

stem-
adjective
  1. -

Traducciones automáticas externas:

Traducciones relacionadas de stem-



Inglés

Traducciones detalladas de stem- de inglés a neerlandés

stem- forma de stem:

stem [the ~] sustantivo

  1. the stem (handle)
    de steel; handvat in de vorm van stok
  2. the stem (radical)
    de stam; etymon; de stamvorm
  3. the stem (bow; prow)
    de boeg; de steven; de voorsteven
  4. the stem (antenna; whip aerial; feeler; blade)
    de antenne; de voelspriet; de spriet; de voelhoren
  5. the stem (primitive word)
    het stamwoord
  6. the stem (haulm; stalk; halm)
    de halm
    • halm [de ~ (m)] sustantivo

to stem verbo (stems, stemmed, stemming)

  1. to stem (stop; bring to a halt; put to a stop; halt; bring to a standstill)
    ophouden; stopzetten; remmen; tegenhouden; halt houden; tot staan brengen
    • ophouden verbo (houd op, houdt op, hield op, hielden op, opgehouden)
    • stopzetten verbo (zet stop, zette stop, zetten stop, stopgezet)
    • remmen verbo (rem, remt, remde, remden, geremd)
    • tegenhouden verbo (houd tegen, houdt tegen, hield tegen, hielden tegen, tegengehouden)
    • halt houden verbo (houd halt, houdt halt, hield halt, hielden halt, halt gehouden)
    • tot staan brengen verbo (breng tot staan, brengt tot staan, bracht tot staan, brachten tot staan, tot staan gebracht)
  2. to stem (thwart; hinder; oppose; )
    tegenwerken; dwarsbomen; dwarsliggen
    • tegenwerken verbo (werk tegen, werkt tegen, werkte tegen, werkten tegen, tegengewerkt)
    • dwarsbomen verbo (dwarsboom, dwarsboomt, dwarsboomde, dwarsboomden, gedwarsboomd)
    • dwarsliggen verbo (lig dwars, ligt dwars, lag dwars, lagen dwars, dwarsgelegen)

Conjugaciones de stem:

present
  1. stem
  2. stem
  3. stems
  4. stem
  5. stem
  6. stem
simple past
  1. stemmed
  2. stemmed
  3. stemmed
  4. stemmed
  5. stemmed
  6. stemmed
present perfect
  1. have stemmed
  2. have stemmed
  3. has stemmed
  4. have stemmed
  5. have stemmed
  6. have stemmed
past continuous
  1. was stemming
  2. were stemming
  3. was stemming
  4. were stemming
  5. were stemming
  6. were stemming
future
  1. shall stem
  2. will stem
  3. will stem
  4. shall stem
  5. will stem
  6. will stem
continuous present
  1. am stemming
  2. are stemming
  3. is stemming
  4. are stemming
  5. are stemming
  6. are stemming
subjunctive
  1. be stemmed
  2. be stemmed
  3. be stemmed
  4. be stemmed
  5. be stemmed
  6. be stemmed
diverse
  1. stem!
  2. let's stem!
  3. stemmed
  4. stemming
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Translation Matrix for stem:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
antenne antenna; blade; feeler; stem; whip aerial
boeg bow; prow; stem
etymon radical; stem
halm halm; haulm; stalk; stem stalk
handvat in de vorm van stok handle; stem
ophouden cease; knock off; quitting; stopping
spriet antenna; blade; feeler; stem; whip aerial blade; blade of grass
stam radical; stem race; shank; stick; tribe; trunk
stamvorm radical; stem
stamwoord primitive word; stem
steel handle; stem stalk
steven bow; prow; stem
voelhoren antenna; blade; feeler; stem; whip aerial
voelspriet antenna; blade; feeler; stem; whip aerial
voorsteven bow; prow; stem
- base; bow; fore; prow; radical; root; root word; shank; stalk; stem turn; theme
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
dwarsbomen cross; hinder; oppose; prevent; sabotage; stem; stop; thwart; upset
dwarsliggen cross; hinder; oppose; prevent; sabotage; stem; stop; thwart; upset
halt houden bring to a halt; bring to a standstill; halt; put to a stop; stem; stop come to a stand-still; halt; stand still; stop
ophouden bring to a halt; bring to a standstill; halt; put to a stop; stem; stop abandon; become extinct; bring to a close; bring to a conclusion; bring to an end; cease; conclude; delay; desist from; deter; die of fear; die out; drop out; end; extinguish; finish; finish off; give up; hold up; keep up; peg out; pinch out; pull out; quit; retard; snuff; stop
remmen bring to a halt; bring to a standstill; halt; put to a stop; stem; stop brake; put a brake on; slow down; stop
stopzetten bring to a halt; bring to a standstill; halt; put to a stop; stem; stop
tegenhouden bring to a halt; bring to a standstill; halt; put to a stop; stem; stop
tegenwerken cross; hinder; oppose; prevent; sabotage; stem; stop; thwart; upset counteract; hinder; make it difficult; make it hard; oppose; resist; thwart; withstand
tot staan brengen bring to a halt; bring to a standstill; halt; put to a stop; stem; stop
- halt; stanch; staunch
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
- bank up; block; dam

Palabras relacionadas con "stem":


Sinónimos de "stem":


Definiciones relacionadas de "stem":

  1. a turn made in skiing; the back of one ski is forced outward and the other ski is brought parallel to it2
  2. front part of a vessel or aircraft2
  3. cylinder forming a long narrow part of something2
  4. the tube of a tobacco pipe2
  5. (linguistics) the form of a word after all affixes are removed2
    • thematic vowels are part of the stem2
  6. a slender or elongated structure that supports a plant or fungus or a plant part or plant organ2
  7. remove the stem from2
    • for automatic natural language processing, the words must be stemmed2
  8. stop the flow of a liquid2
    • stem the tide2
  9. grow out of, have roots in, originate in2
    • The increase in the national debt stems from the last war2
  10. cause to point inward2
    • stem your skis2

Wiktionary: stem

stem
noun
  1. botany: above-ground stalk of a vascular plant
  2. linguistics: main part of a word
verb
  1. to stop, hinder
stem
noun
  1. plantkunde|nld grasstengel of graanstengel
  2. taalkunde|nld een onvervoegde of onverbogen woordvorm

Cross Translation:
FromToVia
stem doorhalen; doorstrepen; een streep halen door; schrappen; afdammen; afsluiten; belemmeren; stuwen; versperren barrerfermer avec une barre par-derrière.
stem remmen; afremmen freinerretenir, ralentir, arrêter à l’aide d’un frein.
stem afstammen; het gevolg zijn van; ontspruiten; voortkomen provenirprocéder, venir, dériver, résulter.
stem staart; halm; steel; stengel queue — à trier
stem stam; wortel; radix racine — (botanique) Partie souterraine d’un végétal qui lui permet de puiser dans le sol les éléments nécessaires à sa nutrition (eau, sels minéraux) et d’assurer sa fixation à son support.
stem halm; stengel tige — partie d’une plante qui sort de terre
stem buis; kanaal; loop; pijp; roer; steel tube — Tuyau.

Traducciones automáticas externas:

Traducciones relacionadas de stem-