Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. bijgebouw:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de bijgebouw de neerlandés a inglés

bijgebouw:

bijgebouw [het ~] sustantivo

  1. het bijgebouw (dependance)
    the extension; the annex

Translation Matrix for bijgebouw:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
annex bijgebouw; dependance aanbouw; aanvulling; additie; ander filiaal; bijlage; dependance; meezending; toelichting; uitbouw
extension bijgebouw; dependance aanbouw; aanvoeging; aanvulling; aanzetsel; aanzetstuk; aanzetting; bestandsextensie; bijmenging; bijvoeging; bijvoegsel; doortrekking; expansie; extensie; groei; toename; toevoeging; uitbouw; uitbreiding; uitschuifblad; uittrekblad; uitzetting; vergroting
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
annex annexeren; inlijven; overnemen; veroveren

Palabras relacionadas con "bijgebouw":

  • bijgebouwen

Wiktionary: bijgebouw

bijgebouw
noun
  1. separate building associated with a main building