Resumen
Neerlandés a inglés: más información...
- knellen:
-
Wiktionary:
- knellen → squeeze, pinch
- knellen → squeeze, hurry, press, urge, oppress, pinch, squash, insist, affirm, dwell, maintain, accelerate, speed up, advance, hasten, further, promote, strech, wind up, rack, strain, stress, tense, tighten, lock up, shut up, put away, stow, confine, enclose, condense, shake hands, keep, stay
Neerlandés
Traducciones detalladas de knellen de neerlandés a inglés
knellen:
-
knellen (drukken)
-
knellen (vastklemmen; vasthouden; vastknellen)
-
knellen (omklemmen; klemmen)
-
knellen (strak zitten)
Conjugaciones de knellen:
o.t.t.
- knel
- knelt
- knelt
- knellen
- knellen
- knellen
o.v.t.
- knelde
- knelde
- knelde
- knelden
- knelden
- knelden
v.t.t.
- heb gekneld
- hebt gekneld
- heeft gekneld
- hebben gekneld
- hebben gekneld
- hebben gekneld
v.v.t.
- had gekneld
- had gekneld
- had gekneld
- hadden gekneld
- hadden gekneld
- hadden gekneld
o.t.t.t.
- zal knellen
- zult knellen
- zal knellen
- zullen knellen
- zullen knellen
- zullen knellen
o.v.t.t.
- zou knellen
- zou knellen
- zou knellen
- zouden knellen
- zouden knellen
- zouden knellen
en verder
- is gekneld
diversen
- knel!
- knelt!
- gekneld
- knellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for knellen:
Wiktionary: knellen
knellen
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• knellen | → squeeze; hurry; press; urge; oppress; pinch; squash; insist; affirm; dwell; maintain; accelerate; speed up; advance; hasten; further; promote | ↔ presser — exercer une pression, serrer plus ou moins fort. |
• knellen | → squeeze; strech; wind up; rack; strain; stress; tense; tighten; oppress; pinch; squash; lock up; shut up; put away; stow; confine; enclose; condense; shake hands; keep; stay | ↔ serrer — Renfermer, ranger, mettre en lieu sûr, à l’abri. (Sens général). |
Traducciones automáticas externas: