Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. verscheidenheid:
  2. verscheiden:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de verscheidenheid de neerlandés a inglés

verscheidenheid:

verscheidenheid [de ~ (v)] sustantivo

  1. de verscheidenheid
    the diversity; the variety; the difference

Translation Matrix for verscheidenheid:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
difference verscheidenheid onderscheid; verschil; verschillendheid
diversity verscheidenheid diversiteit
variety verscheidenheid veelsoortigheid

Palabras relacionadas con "verscheidenheid":


Wiktionary: verscheidenheid

verscheidenheid
noun
  1. quality of being diverse; difference
  2. variation of something

Cross Translation:
FromToVia
verscheidenheid variety entertainment; variety; diversity; manifold variété — État de ce qui varié, diversité.

verscheiden:

verscheiden adj.

  1. verscheiden (ettelijk)

verscheiden [het ~] sustantivo

  1. het verscheiden (overlijden; dood)
    the death; the decease

verscheiden verbo (verscheid, verscheidt, verscheidde, verscheidden, verscheiden)

  1. verscheiden (overlijden; sterven; doodgaan; )
    to die; to pass away; to expire
    • die verbo (dies, died, dying)
    • pass away verbo (passes away, passed away, passing away)
    • expire verbo (expires, expired, expiring)

Conjugaciones de verscheiden:

o.t.t.
  1. verscheid
  2. verscheidt
  3. verscheidt
  4. verscheiden
  5. verscheiden
  6. verscheiden
o.v.t.
  1. verscheidde
  2. verscheidde
  3. verscheidde
  4. verscheidden
  5. verscheidden
  6. verscheidden
v.t.t.
  1. ben verscheiden
  2. bent verscheiden
  3. is verscheiden
  4. zijn verscheiden
  5. zijn verscheiden
  6. zijn verscheiden
v.v.t.
  1. was verscheiden
  2. was verscheiden
  3. was verscheiden
  4. waren verscheiden
  5. waren verscheiden
  6. waren verscheiden
o.t.t.t.
  1. zal verscheiden
  2. zult verscheiden
  3. zal verscheiden
  4. zullen verscheiden
  5. zullen verscheiden
  6. zullen verscheiden
o.v.t.t.
  1. zou verscheiden
  2. zou verscheiden
  3. zou verscheiden
  4. zouden verscheiden
  5. zouden verscheiden
  6. zouden verscheiden
diversen
  1. verscheid!
  2. verscheidt!
  3. verscheiden
  4. verscheidend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verscheiden:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
death dood; overlijden; verscheiden dood; sterfgeval; sterfte
decease dood; overlijden; verscheiden
die creperen; gietvorm; mal; matrijs; modelvorm; vorm
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
decease doodgaan; kapotgaan; omkomen; overlijden; sterven
die doodgaan; heengaan; inslapen; ontslapen; overlijden; sterven; verscheiden bezwijken; breken; creperen; doodgaan; heengaan; hongeren; hongerlijden; in de oorlog omkomen; inslapen; kapot gaan; kapotgaan; omkomen; overlijden; sneuvelen; stempel zetten; stempelen; sterven; stuk gaan; vallen; verhongeren; verrekken; versterven; wegvallen; zieltogen
expire doodgaan; heengaan; inslapen; ontslapen; overlijden; sterven; verscheiden aflopen; ongeldig worden; vergaan; verlopen; verstrijken; vervallen; voorbijgaan
pass away doodgaan; heengaan; inslapen; ontslapen; overlijden; sterven; verscheiden bezwijken; doodgaan; heengaan; inslapen; kapotgaan; omkomen; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; wegvallen
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
divers ettelijk; verscheiden
diverse ettelijk; verscheiden divers; onderscheiden; ongelijksoortig; uiteenlopend; verschillend
several ettelijk; verscheiden ettelijke; meerdere; verscheidene; verschillende
various ettelijk; verscheiden divers; gevariëerde; menige; menigerlei; onderscheiden; ongelijksoortig; uiteenlopend; veelvoudig; velerlei; verscheidene; verschillend; verschillende
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
die dobbelsteen

Palabras relacionadas con "verscheiden":


Wiktionary: verscheiden

verscheiden
verb
  1. (ergatief) overlijden, doodgaan
verscheiden
adjective
  1. showing variety, diverse
  2. an eclectic range of

Cross Translation:
FromToVia
verscheiden decease; die; expire; pass away; march off; retreat; withdraw; disappear décéder — admin|fr mourir, parler des personnes.
verscheiden death mort — arrêt de la vie
verscheiden die; expire; pass away mourir — Cesser de vivre.