Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. rondom:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de rondom de neerlandés a inglés

rondom:

rondom adv.

  1. rondom (omheen)

Translation Matrix for rondom:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
around buitenom
round afstand; baan; baanvak; beurt; etappe; manche; moot; omgang; pad; ringetje; ronde; ronde doen; rondje; route; schijf; spelletje; tournee; traject; weg
surrounding omwonende
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
round omtrekken
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
surrounding omheen; rondom belendend; naburig; omliggend; omwonend
AdverbTraducciones relacionadasOther Translations
around omheen; rondom circa; omstreeks; ongeveer; pakweg; plusminus; ruwweg
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
all round omheen; rondom
round omheen; rondom afgerond; bol; bolstaand; bolvormig; circa; gecompleteerd; kogelrond; kogelvormig; om; omstreeks; omtrent; ongeveer; pakweg; plusminus; ringvormig; rond; ruwweg; sferisch
round about omheen; rondom

Wiktionary: rondom

rondom
preposition
  1. in de buurt van, ongeveer tijdens. 'rondom kerst is er vaak sneeuw',
rondom
en-prep
  1. defining a circle or closed curve containing