Resumen
Neerlandés a inglés: más información...
- show:
- Wiktionary:
Inglés a neerlandés: más información...
-
show:
- tonen; tentoonstellen; uitstallen; etaleren; presenteren; laten zien; vertonen; laten blijken; getuigen van; exposeren; aanduiden; indiceren; aangeven; wijzen; iets aanwijzen; attenderen; tevoorschijn brengen; te voorschijn halen; voor de dag halen; tevoorschijn halen; openbaren; zich uiten; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; voordedaghalen; wijzen naar
- voorstelling; happening; show; performance; laten zien; demonstratie; tentoonstelling; expositie; opvoering; vertoning; staatsie; parade; uiterlijk vertoon; toneelavond; uitstalling
-
Wiktionary:
- show → tonen, zien, vertonen, aantonen, demonstreren, bewijzen, aanduiden, betogen, pronken
- show → show, voorstelling, tentoonstelling, expositie, vertoning
- show → expositie, tentoonstelling, spektakel, show, tonen, laten zien, wijzen, aantonen, adstrueren, bewijzen, staven, uitwijzen, waarmaken, certificeren, getuigen, aanduiden, aangeven, een teken geven, merken, kenmerken, tekenen, tentoonspreiden, vertonen, aanwijzen, uitduiden, kiezen, uitkiezen, uitlezen, uitpikken, verkiezen, uitzoeken, laten blijken, manifesteren, voorstelling, etalage, uitstalling, parade
-
User Contributed Translations for show:
- laat zien
Neerlandés
Traducciones detalladas de show de neerlandés a inglés
show:
-
de show (voorstelling; happening; performance)
-
de show (vertoning; opvoering; voorstelling; staatsie; parade)
Translation Matrix for show:
Palabras relacionadas con "show":
Definiciones relacionadas de "show":
Wiktionary: show
show
Cross Translation:
noun
-
entertainment
- show → show; voorstelling
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• show | → show | ↔ Show — Vorführung eines (großen) Unterhaltungsprogramms vor Publikum (beispielsweise im Theater oder Varieté; oft in Fernsehen oder Radio übertragen), teilweise mit Informationscharakter |
• show | → display; showcase; show | ↔ étalage — exposition de marchandises qu’on vouloir vendre, ou ces marchandises elles-mêmes. |
Inglés
Traducciones detalladas de show de inglés a neerlandés
show:
-
to show (display; exhibit)
-
to show (present; offer)
-
to show (witness)
-
to show (exhibit; display)
-
to show (pinpoint; indicate; point out; define; point to; point)
-
to show (point out; draw attention to; indicate; point; signal)
-
to show (bring out)
-
to show (bring out)
-
to show (bring out)
-
to show (express; reveal; exhibit; display; demonstrate; admit)
-
to show (take out; bring out; produce)
laten zien; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; voordedaghalen-
tevoorschijnhalen verbo (haal tevoorschijn, haalt tevoorschijn, haalde tevoorschijn, haalden tevoorschijn, tevoorschijngehaald)
-
tevoorschijntoveren verbo (tover tevoorschijn, tovert tevoorschijn, toverde tevoorschijn, toverden tevoorschijn, tevoorschijn getoverd)
-
voordedaghalen verbo
-
to show (point; indicate)
wijzen naar-
wijzen naar verbo
-
Conjugaciones de show:
present
- show
- show
- shows
- show
- show
- show
simple past
- showed
- showed
- showed
- showed
- showed
- showed
present perfect
- have shown
- have shown
- has shown
- have shown
- have shown
- have shown
past continuous
- was showing
- were showing
- was showing
- were showing
- were showing
- were showing
future
- shall show
- will show
- will show
- shall show
- will show
- will show
continuous present
- am showing
- are showing
- is showing
- are showing
- are showing
- are showing
subjunctive
- be shown
- be shown
- be shown
- be shown
- be shown
- be shown
diverse
- show!
- let's show!
- shown
- showing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
the show (exhibition; exposition; happening)
-
the show
-
the show (exposition; exhibition)
-
the show (showing; performance; exhibition; ceremony)
-
the show (pageant)
-
the show (theatrical performance; performance; stage performance; dramatic performance)
de toneelavond -
the show (exhibition; exposition; display)
de uitstalling
Translation Matrix for show:
Palabras relacionadas con "show":
Sinónimos de "show":
Antónimos de "show":
Definiciones relacionadas de "show":
Wiktionary: show
show
Cross Translation:
verb
show
-
display
-
indicate (a fact) to be true
- show → aantonen; demonstreren; bewijzen
-
entertainment
- show → show; voorstelling
-
exhibition
- show → tentoonstelling; expositie
verb
-
aanwijzen
-
een serie argumenten als een verhaal presenteren, bijvoorbeeld in een rechtszaak
-
vertoon maken met mooie dingen
-
laten zien
-
dat wat vertoond, voorgesteld wordt
Cross Translation: